A.A. van Erp (bron: Oorlogsgravenstichting)

Toon van Erp

1924 - 1948

Toon wordt geboren op 18 november 1924 in Eindhoven. Als zijn vader op 32-jarige leeftijd aan een longontsteking overlijdt, blijft moeder met drie kinderen achter. Ze hertrouwt met Van Es met wie ze nog vier dochters krijgt. Toon werkt bij de Bata-schoenenfabriek in Best en wordt tijdens de Duitse bezetting opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, de verplichte tewerkstelling in Duitsland. Daar gaat hij werken in Essen, waar hij bij een familie wordt ondergebracht. Als hij op een bepaald moment weigert zijn werk voort te zetten, wordt hij naar een kamp overgebracht. Na de oorlog keert hij kaalgeschoren en verzwakt terug naar Nederland.

Na het einde van de oorlog in Nederland meldt Toon zich als oorlogsvrijwilliger bij de Koninklijke Landmacht en wordt uiteindelijk als korporaal ingedeeld bij het 2-3-14 Regiment Infanterie, opgericht in september 1946 in Maastricht. Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij voor de vervulling van zijn dienstverband als onderdeel van de 7 December Divisie naar Nederlands-Indië uitgezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na anderhalve maand opleiding vertrekt hij met de Johan de Witt naar de Oost, waar hij een kleine maand later, het is dan eind november 1946, aan land gaat in Batavia. Hij wordt gelegerd in Meester Cornelis en vervult met zijn bataljon vandaaruit bewakingstaken in de stad en op het vliegveld Kemajoran. Een gedeelte van zijn eenheid voert kleine zuiveringen uit ten zuiden van Batavia. Vanaf half maart 1947 wordt Toon ingezet voor de beveiliging van de konvooiweg Buitenzorg-Bandoeng.

Na lange, vruchteloze pogingen tussen Nederland en de Republiek om het Akkoord van Linggadjati uitgevoerd te krijgen, geven Den Haag en Batavia de strijdmachten toestemming om met ingang van 21 juli 1947 de Eerste Politionele Actie te beginnen. Doel is het weer onder Nederlandse controle krijgen van economisch vitale gebieden op Java en Sumatra, om zo de Republiek naar de onderhandelingstafel te dwingen. Voor de Nederlandse militairen raken de gebeurtenissen na maandenlang wachten en ingehouden acties langs de demarcatielijnen plotseling in een stroomversnelling.

Toon wordt met zijn bataljon uitgezonden om na een lange, door hinderlagen en vernielingen uiterst moeizaam verlopende veldtocht Soekaboemi in te nemen en te zuiveren. Vervolgens trekt hij begin augustus vanuit Cheribon op richting Koeningan en wordt daarna begonnen aan de opmars richting Garoet.

Aanvankelijk lijkt de Actie een succes; de weerstand van de revolutionairen is snel gebroken en alle militaire doelen worden gehaald. Diplomatiek loopt Nederland echter ernstige imagoschade op en onder toenemende internationale druk wordt de Actie op 4 augustus beëindigd. Al snel dient zich een ander kritiek probleem voor; er moet nu een veel groter gebied veilig worden gesteld, wat voor de beperkte, overbelaste Nederlandse troepenmacht haast niet te doen is. Zoals gevreesd, nemen infiltraties en guerrilla-aanvallen in de daaropvolgende maanden snel toe. Niet alleen de revolutionaire strijders, maar ook islamitische strijdgroepen Daroel Islam en Hizboellah vormen een voortdurende bron van onrust. In de daarna volgende maanden blijft het bataljon in deze regio gelegerd.

In de zomer van 1948 bevindt Toon zich in Pameungpeuk aan de zuidkust van West-Java. In de nacht van 15 op 16 augustus rukt hij met een patrouille van veertig man uit naar Bodjong, waar zich een bende van tweehonderd strijders zou ophouden. Bij aankomst blijkt de kampong verlaten; de bende zou zijn vertrokken naar een vijfhonderd meter verderop gelegen kampong die niet op de kaart is aangegeven. Zodra de kampong gevonden is, wordt deze omsingeld. De Nederlandse soldaten zijn zenuwachtig, want ze weten ze dat ze in een verre minderheid zijn en geen zware wapens bij zich hebben. Op enig ogenblik verlaat Toon zijn dekking met een spion en een gids en samen naderen de kampong. Kort daarop wordt het vuur geopend; Toon en de gids worden op slag gedood, de spion bezwijkt later aan zijn verwondingen. Een groot vuurgevecht blijft voor andere troepen uit, zodat ze Toons lichaam en dat van de gids, gedragen op een provisorische baar, mee terug naar de basis kunnen nemen.

Toon is 23 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.

Meer
Meer

Steek een kaarsje op

+opsteken
Meer

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.

*Deze velden zijn niet verplicht en worden ook niet zichtbaar op deze website. Wij gaan vertrouwelijk om met uw e-mailadres en telefoonnummer.