Franciscus van Vroenhoven

1920 - 1948

Franciscus wordt geboren op 28 augustus 1920 in Diessen en woont in Tilburg, waar hij tot zijn diensttijd als besteller werkt. Tegen het einde van de Duitse bezetting in zuidelijk Nederland meldt hij zich bij de Binnenlandse Strijdkrachten die aan geallieerde zijde mee optrekken om de rest van Nederland te bevrijden. Op 12 juli 1945 gaat hij in Harderwijk met zijn eenheid, district Salland, over naar het nieuw opgerichte 1-11 Regiment Infanterie.

Twee dagen na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 roepen Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid uit van Indonesië. Als kort daarna de Britten en Nederlanders aanstalten lijken te maken om het oude koloniale gezag te herstellen, breekt de chaotische periode van de Bersiap (‘wees paraat’) aan, waarin met name buitenlanders en tot vijand verklaarde Europese en Indische Nederlanders slachtoffer worden van geweld en vervolging. Voor de vervulling van zijn dienstverband wordt Franciscus naar Indië gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Via Engeland, waar zijn bataljon wordt uitgerust, vertrekt Franciscus in oktober 1945 met de Nieuw Amsterdam naar de Oost.

Admiraal Lord Mountbatten, opperbevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), vaardigt tot grote woede van de Nederlandse militairen met ingang van 2 november 1945 voor hen een landingsverbod op Java en Sumatra uit. Hiermee probeert hij te voorkomen dat het conflict escaleert tot een grootschalige oorlog waar de Britse troepen in de archipel in verzeild zouden kunnen raken. De Nederlandse troepen wijken daarom uit naar Brits Malaya, waar in afwachting van de opheffing van het landingsverbod verder wordt getraind. Op 20 november gaat Franciscus aan land in Sungai Petani bij de Thaise grens. Op 9 maart 1946 kan hij na de opheffing van het verbod debarkeren bij Batavia.

In Batavia wordt zijn bataljon ingezet voor de bewaking van onder andere de haven, het eiland Onrust en vliegveld Tjililitan. Vanaf mei neemt het bataljon de beveiliging van het westen van Batavia op zich. Tegen het einde van de maand is Franciscus met zijn eenheid in Tjiandjoer gelegerd om de konvooiweg Buitenzorg-Bandoeng te beveiligen. Ook worden onder druk van de toenemende infiltraties, aanslagen en hinderlagen zuiveringsacties in de omgeving georganiseerd.

Na lange, vruchteloze pogingen tussen Nederland en de Republiek om het Akkoord van Linggadjati uitgevoerd te krijgen, geven Den Haag en Batavia de strijdmachten toestemming om met ingang van 21 juli 1947 de Eerste Politionele Actie te beginnen. Doel is het weer onder Nederlandse controle brengen van economisch vitale gebieden op Java en Sumatra, om zo de Republiek naar de onderhandelingstafel te dwingen. Voor de Nederlandse militairen raken de gebeurtenissen na maandenlang wachten en frustrerend ingehouden acties langs de demarcatielijnen plotseling in een stroomversnelling. Franciscus trekt dan met zijn bataljon vanuit Lembang noordwaarts op over de Tjiaterpas naar Soebang en uiteindelijk naar Indramajoe aan de noordkust. Daarna wordt het bataljon naar Cheribon overgebracht voor acties rond Koeningan en verderop in het binnenland rond Tasikmalaja en Tjiamis.

Aanvankelijk lijkt de Actie een succes; de weerstand van de revolutionairen is snel gebroken en alle militaire doelen worden gehaald. Diplomatiek loopt Nederland echter ernstige imagoschade op en onder toenemende internationale druk wordt de Actie op 4 augustus beëindigd. Al snel dient zich een ander kritiek probleem voor; er moet nu een veel groter gebied veilig worden gesteld, wat voor de beperkte, overbelaste Nederlandse troepenmacht haast niet te doen is. Zoals gevreesd nemen infiltraties en guerrilla-aanvallen in de daaropvolgende maanden snel toe. Niet alleen het revolutionaire leger, maar ook de islamitische strijdgroepen Daroel Islam en Hizboellah vormen een voortdurende bron van onrust. Franciscus wordt dan ingezet voor patrouilles ten zuiden van Garoet, Tasikmalaja en Bandjar, aan de zuidkant van West-Java.

Uiteindelijk zal het niet het oorlogsgeweld zijn dat hem fataal wordt. Op 10 februari 1948 bevindt Franciscus, inmiddels bevorderd tot sergeant, zich aan boord van Dakota-vliegtuig DT947 dat die middag het vliegveld van Bandoeng verlaat richting Batavia. Aan boord bevindt zich naast de militaire bemanning het NIWA-muziekgezelschap Gütlich dat dan enkele maanden rondtrekt door de kolonie om voor de Nederlandse troepen op te treden.

Vrijwel direct na opstijgen komt het vliegtuig in zeer slecht weer terecht en stort vervolgens neer in de heuvels bij Padalarang, ten noordwesten van Bandoeng. Niemand van de inzittenden overleeft de crash. Franciscus is 27 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.

Meer
Meer

Steek een kaarsje op

Meer

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.

*Deze velden zijn niet verplicht en worden ook niet zichtbaar op deze website. Wij gaan vertrouwelijk om met uw e-mailadres en telefoonnummer.