Jan wordt geboren op 4 november 1915 in Etten-Leur. Hij is werkzaam als grondwerker, maar zou volgens andere bronnen bakker zijn geweest. Tijdens de Duitse bezetting is hij actief in het verzet, hoewel over zijn precieze werkzaamheden voor de ondergrondse niets bekend is. De Duitsers achten het echter serieus genoeg om hem na zijn arrestatie naar Dachau te deporteren, het grote concentratiekamp bij München waar met name de politieke vijanden van het naziregime worden vastgehouden. Op 26 mei 1944 wordt Jan binnengebracht in het kamp en vandaaruit aan het werk gezet in het buitenkamp te Allach bij München.
Dit is het grootste van de buitenkampen van Dachau en is gelegen bij een porseleinfabriek. Aanvankelijk worden in de fabriek nazi-kunstwerken geproduceerd, maar tijdens de oorlog worden er dwangarbeiders aan het werk gezet voor de oorlogsindustrie. Ze maken er lange dagen van zware arbeid, terwijl voedsel en medische zorg schromelijk tekortschieten en ze blootstaan aan de meest uiteenlopende mishandelingen. Door hun verzwakte toestand vinden regelmatig ernstige ongelukken plaats, die vaak ook als vorm van sabotage worden bestraft met dagenlang verblijf in de stacellen.
Voor Jan worden de ontberingen van het kamp uiteindelijk te veel. Hij bezwijkt op 17 december 1944 in Allach aan de gevolgen van ondervoeding, uitputting en mishandeling. Jan is 29 jaar geworden.
Reactie toevoegen