Johannes wordt geboren op 30 juni 1904 in Besoijen en woont in Tilburg, waar hij tot zijn diensttijd leerlooier is. Als kanonnier wordt hij gestationeerd aan boord van het koopvaardijschip S.S. Tjileboet van de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen NV in Amsterdam. Op 6 juni 1940 legt de Nederlandse regering vanuit Londen vaarplicht op aan alle Nederlandse koopvaardijschepen. Het gaat om ongeveer 12.000 opvarenden op 850 schepen. Zo wordt Johannes als militair aan boord van de Tjileboet ingezet voor de Nederlandse oorlogsvoering aan geallieerde zijde.
Op 7 november 1942 verlaat de Tjileboet onder bevel van kapitein J.W. Kroese de haven van Swansea in Wales met een gemengde lading van munitie en levensmiddelen. Na een korte stop in Belfast vertrekt het schip op 10 november met 62 opvarenden naar Salvador de Bahía in Brazilië. Een gedeelte van de reis wordt afgelegd met het geallieerde konvooi ON-145 van Liverpool naar New York, maar na enkele dagen vaart de Tjileboet alleen verder.
Op 28 november bevindt het schip zich middenin de Atlantische Oceaan, op 500 mijl ten westen van Sierra Leone als het wordt gedetecteerd door de Duitse onderzeeër U-161. De onderzeeër is echter gezien; Kroese geeft bevel het schip op ramkoers te zetten en met het kanon op de onderzeeër te vuren. U-161 moet duiken en raakt het sterk manoeuvrerende schip, mede door regenbuien, voor enige tijd kwijt. Ondertussen zendt de Tjileboet noodberichten uit. Deze worden door de onderzeeër opgevangen.
In de nacht van 28 op 29 november is U-161 weer in aanvalspositie en vuurt van duizend meter afstand twee torpedo’s af. 72 seconden later wordt het schip, getroffen in het munitiedepot, in een enorme explosie uiteengereten, waar het schip onmiddellijk zinkt. De explosie is zo krachtig dat wrakdelen rondom de onderzeeër in zee neerkomen. Niemand van de 62 bemanningsleden overleeft de scheepsramp. Johannes is een van de slachtoffers; hij is 38 jaar geworden.
Reactie toevoegen