Jacobus wordt geboren op 11 augustus 1923 in Bergen op Zoom en dient bij het KNIL. Hoe hij precies in dienst is gegaan, is niet bekend. Mogelijk is hij al tijdens de Duitse bezettingsjaren naar Engeland uitgeweken en heeft hij vandaaruit dienst genomen in het KNIL.
Twee dagen na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 roepen Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Daarop breekt de chaotische Bersiap-periode aan, waarin vooral buitenlanders – Britten, Europese Nederlanders, Chinezen en Japanners – en tot vijand verklaarde Indische Nederlanders slachtoffer zijn van extreem geweld. Tegen deze achtergrond wordt Jacobus als 2e luitenant aangesloten bij de Inlichtingen en Veiligheidsdienst (IVD) van het KNIL. De IVD is belast met het verzamelen van informatie over de Republikeinse strijdmacht en sympathisanten die in het door de Nederlanders gecontroleerde gebied actief zijn. Het vervult daarmee een cruciale taak voor het effectief uitvoeren van militaire operaties, maar na de Eerste Politionele Actie van 21 juli tot 4 augustus 1947 krijgt het IVD te maken met acuut personeelstekort, nu een veel groter gebied moet worden beveiligd.
Op 13 oktober 1948 komt Jacobus om het leven in Kota Boeloe, in de binnenlanden van Noord-Sumatra, tijdens de uitoefening van zijn dienstverband. Mogelijk is hij het slachtoffer van een hinderlaag in een gebied dat zeer onrustig is door revolutionaire guerrilla’s en islamitische rebellen vanuit Atjeh. Jacobus is 25 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi.
Reactie toevoegen