Jo wordt geboren op 24 mei 1926 in Schijndel. Eind 1946 meldt hij zich als dienstplichtige bij de Koninklijke Landmacht in Blerick en wordt met de rang van korporaal ingedeeld bij het 4-11 Regiment Infanterie. Vanwege het losgebarsten geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij na algemene militaire opleiding in Roermond en Blerick naar Nederlands-Indië gezonden om er de rust en het Nederlandse gezag te herstellen. Jo vertrekt op 5 februari 1947 met de Johan van Oldenbarnevelt en komt na een maand op zee aan in Batavia waar hij wordt ingezet voor wachtdiensten bij onder andere de woningen van legercommandant S.H. Spoor en luitenant-gouverneur-generaal Huib van Mook. Ook loopt Jo wacht bij de gevangenissen Struiswijk en Glodok. In de daaropvolgende maanden wordt zijn bataljon gelegerd rond Tangerang, waar het gebied middels patrouilles en kleine acties wordt gezuiverd van vijandelijke activiteiten.
Tijdens de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 wordt het regiment naar Poerworedjo gezonden; Jo blijft met zijn compagnie onderweg achter in Bobotsari, waar ze fel worden aangevallen door uitgeweken Indonesische revolutionairen. Bij deze gevechten raakt Jo op 24 december 1948 vermist. Vermoedelijk is hij diezelfde dag nog gesneuveld of na gevangenschap omgebracht. Jo is 22 jaar geworden; zijn lichaam is nooit teruggevonden. Hetzelfde lot ondergaat ook soldaat Wilhelmus Konings uit Rucphen die bij dezelfde actie is verdwenen.
Reactie toevoegen