Noud Verbeek

Noud wordt geboren op 31 maart 1927 in Eindhoven. Opgeroepen voor de dienstplicht, meldt hij zich in de zomer van 1948 bij de Koninklijke Landmacht in Arnhem, waar hij wordt ingedeeld bij het 6^e Bataljon Garde Regiment Prinses Irene.

Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na een militaire opleiding van anderhalve maand vertrekt hij aan boord van de Waterman naar de Oost, waar hij een kleine maand later aan land gaat bij Batavia. In Indië opereert zijn eenheid als het 412 Bataljon Infanterie. Per trein wordt hij overgebracht naar het oostelijker gelegen Krawang, waar hij aanvullende training krijgt. Vervolgens wordt Noud gelegerd in Soekaboemi, om half december terug te keren naar Krawang.

Noud sneuvelt op 7 januari 1949 in Batavia, tegen de achtergrond van de guerrillastrijd die na de twee dagen eerder beïndigde Tweede Politionele Actie fel oplaait. Op het moment van overlijden is hij korporaal 1^e klasse. Noud is 21 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.