Sjeraar wordt geboren op 24 oktober 1926 in Dommelen als een van de vier zoons en vijf dochters van molenaar Marcelis van den Eijnden en Hendrina Smets. Na de lagere school gaat hij aan de slag als knecht bij bakkerij Schellens aan de Stationsstraat in Valkenswaard.
Als dienstplichtige komt Sjeraar in november 1946 op bij de Koninklijke Landmacht in Venlo, waar hij wordt opgeleid en ingedeeld bij het 3-2 Mitrailleurbataljon, bekend als ‘de ongelikte beren’. Hij vervult er de rang van korporaal. Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Eind juli 1947 vertrekt hij met de Volendam naar de Oost, waar hij een maand later aan land gaat bij Batavia.
Onderweg wordt het bataljon geplaagd door een uitbraak van ‘goedaardige tyfus’, waardoor na aankomst 77 zieken overgebracht moeten worden naar het hospitaal en twee weken in quarantaine blijven.
Sjeraar wordt met zijn eenheid aanvankelijk gelegerd in Buitenzorg en ingezet voor wachtdiensten. In november 1947 wordt het bataljon naar Oost-Java verplaatst, waar ze patrouilles lopen en verschillende posten beveiligen. Aan de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 neemt Sjeraars compagnie niet actief deel, maar rustig hebben ze het niet. Vanwege het zware geschut dat de mitrailleurbataljons in de strijd brengen, vormen ze regelmatig het mikpunt van guerrilla-aanvallen en infiltraties door revolutionaire strijders. Na afloop van het offensief wordt het bataljon gelegerd bij Modjosari en volgt de opheffing en herverdeling van Sjeraars compagnie, waarna hij wordt ingezet voor patrouilles en zuiveringsacties in de binnenlanden van Oost-Java.
Begin november 1949 is Sjeraar per jeep op patrouille in de buurt van het republikeinse centrum Jogjakarta, als hij vanuit een hinderlaag wordt beschoten. Sjeraar loopt een ernstige hoofdwond op en wordt per vliegtuig overgebracht naar het militair hospitaal in Batavia. De geboden hulp mag dan echter niet meer baten. Op 12 november 1949 bezwijkt hij aan zijn verwondingen. Sjeraar is 23 jaar geworden. Omdat de vrede dan in zicht is en de Nederlandse troepen binnenkort terug naar huis zullen keren, komt zijn dood, volgend op het eerdere bericht van zijn verwonding, in Dommelen en Valkenswaard hard aan. Sjeraar vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen