Johannes wordt geboren op 10 juni 1921 in Dussen en woont in het Zuid-Hollandse Papendrecht. Als oorlogsvrijwilliger meldt zich voor dienst bij de Koninklijke Landmacht en wordt ingedeeld bij de 16e compagnie Legergenietroepen, opgericht in het najaar van 1945 te Gorinchem als de 1e Indië Compagnie. Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Johannes voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag.
Begin mei 1946 reist hij af naar de Oost, waar hij diezelfde maand nog bij Batavia aan land gaat. Na aankomst in Batavia wordt Johannes met zijn eenheid gelegerd in het voormalige KNIL-kampement te Tjimahi, vanwaar hij met name herstelwerkzaamheden uitvoert aan de konvooiweg tussen Bandoeng en Buitenzorg. De legergenietroepen zijn anders georganiseerd dan de veldcompagnieën van de genie; de vier werkpelotons zijn uitgerust met zwaarder technisch materieel en kennen ieder een elektromechanisch peloton met mobiele werkplaats en verplaatsbare stroomaggregaten en pompinstallaties. Om deze reden worden de Legergenietroepen met name ingezet voor de bouw van grotere en complexere geniewerken, zoals permanente bruggen en vliegvelden. Het werk is essentieel voor de logistiek van de troepenmacht, maar door de aard van de activiteiten en de aanhoudende kans op aanslagen en hinderlagen ook riskant.
Johannes is vermoedelijk tijdens uitoefening van zijn plicht op 11 april 1947 in Tjimahi verongelukt of in een hinderlaag gedood. Hij is 25 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.
Reacties
Eenheid: 16e Compagnie Legergenietroepen
Begraven: Pandu II / 321
Reactie toevoegen