Aaike van Driel

Arie (roepnaam Aaike) wordt geboren op 22 juni 1905 in Werkendam als zoon van Wouter van Driel en Jakoba Grandia. Hij trouwt op 11 mei 1938 in Rotterdam met Elisabeth Sauer.

Als de Biesbosch vanaf 6 november 1944 tussen de linies van de oprukkende geallieerden en de Duitsers komt te liggen, zet Arie zich in als ‘line-crosser’. Samen met twintig anderen vervoert hij over twee verschillende routes vluchtelingen en inlichtingen vanuit het bezette noorden van Nederland naar het bevrijde zuiden en in omgekeerde richting medicijnen en wapens.

Op 18 maart 1945 maakt Aaike zijn 54^e oversteek. Ditmaal zet hij drie agenten van Bureau Inlichtingen over, maar tijdens de oversteek bij de samenvloeiing van de Nieuwe Merwede en de Amer wordt zijn boot door een Duitse stormboot geënterd. De opvarenden worden gearresteerd en afgevoerd naar de gevangenis in Rotterdam. Aaike wordt daarna overgebracht naar de gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht, waar hij samen met collega-line-crosser Kees van de Sande onder zware martelingen wordt verhoord. Op 30 april 1945 worden ze in Fort de Bilt gefusilleerd. Aaike is 39 jaar geworden en is vanwege zijn verzetswerk postuum onderscheiden met de Militaire Willemsorde, 4^e klasse. In Werkendam is een straat naar hem vernoemd.