Albert wordt geboren op 30 januari 1925 in Tilburg, waar hij als wever werkt. Als vrijwilliger meldt hij zich voor militaire dienst bij de Koninklijke Landmacht en wordt als soldaat ingedeeld bij het Regiment Jagers. Na opleiding in het Franse Fournes wordt het bataljon in Zeeuws-Vlaanderen gelegerd en ingezet bij de beveiliging van Antwerpen. Daarna wordt het bataljon achtereenvolgens op verschillende plaatsen in Nederland en het Duitse Bocholt ingezet.
Op 15 oktober 1945 vertrekt Albert naar Wokingham in het Verenigd Koninkrijk voor verdere uitrusting en wordt voorbereid voor dienst in Nederlands-Indië. Daar is direct na het einde van de Japanse bezetting het revolutionaire geweld losgebarsten van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Vooral in de eerste maanden, de Bersiap-periode, heerst er chaos in de archipel waarbij met name de als vijandelijk beschouwde ‘buitenlanders’ – Nederlanders, Britten, Chinezen en Japanners – groot gevaar lopen slachtoffer te worden van extreem geweld. Antonius wordt met zijn eenheid naar de kolonie gezonden om er de rust en het Nederlandse gezag te herstellen. Op 28 oktober wordt hij aan boord van de Nieuw Amsterdam naar de Oost gezonden.
De Britse admiraal Lord Mountbatten, opperbevelhebber van het geallieerde South East Asia Command (SEAC), heeft met ingang van 2 november 1945 een landingsverbod uitgevaardigd voor Nederlandse troepen op Java en Sumatra, om te verhinderen dat het conflict escaleert in een grootschalige oorlog waar de gestationeerde Britse troepen dan in verzeild raken. De Nieuw Amsterdam wijkt daarom uit naar Malakka, waar de Jagers op 20 november aankomen in Koeala Ketjil. Als het verbod op 1 maart 1946 is opgeheven, reizen de Jagers door naar Java, waar ze op 13 maart debarkeren in Batavia.
Albert wordt vervolgens gestationeerd op verschillende plaatsen in Java, waar hij deelneemt aan patrouilles en zuiveringsacties om vijandelijke infiltraties tegen te gaan. In augustus worden de Jagers als reserve flexibel ingezet, daar waar ze nodig zijn, maar ondertussen blijven ze tot november ook hun posities rond Batavia innemen.
Begin 1947 wordt Albert overgeplaatst naar Padang op Sumatra, waar ze worden ingezet bij de zuivering van de stad en het gebied daar onmiddellijk omheen. Ook tijdens de Eerste Politionele Actie van 21 juli tot 4 augustus 1947 en in de maanden daarna is Albertus bij patrouilles en zuiveringsacties rond Padang betrokken.
Op 13 oktober 1947 wordt Albert ten noorden van Padang dodelijk getroffen door scherpschutters. Hij overlijdt diezelfde dag op 22-jarige leeftijd. Zijn laatste rustplaats vindt hij op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi.
Reactie toevoegen