Antonius wordt geboren op 26 mei 1926 in Tilburg en woont in Oss. Tegen het einde van de Duitse bezetting van Nederland is hij met zijn broertje Joseph naar het noorden geëvacueerd, waar ze in het Drentse Diever terechtkomen.
In de nacht van 7 op 8 april 1945 landen verspreid over Drenthe eenheden parachutisten van de geallieerde Special Air Services (SAS) die achter de Duitse linies voor verwarring moeten zaaien door op grote schaal sabotage te plegen en strategische objecten te veroveren. De komst van deze eenheden leidt tot een bevrijdingsstemming in Diever, waar de bevolking onmiddellijk plaatselijke NSB’ers belaagt en vluchtende Duitsers en Nederlandse Duitsers onder vuur neemt. Een bij de Sicherheitsdienst (SD) werkzame zoon van een van de afgetuigde NSB’ers krijgt lucht van de situatie in Diever en arriveert diezelfde middag nog met 150 Duitse militairen om de onrust hardhandig neer te slaan.
Een groep van de Duitse militairen gaat op zoek naar de parachutisten, terwijl een andere groep willekeurig mensen arresteert. Onder hen de jeugdige broers Janssens uit Oss. Ze worden als gegijzelden afgevoerd. Tegen de avond, nadat in de buurt een vuurgevecht met leden van de Binnenlandse Strijdkrachten heeft plaatsgehad, arriveert vanuit Steenwijk een Duitse officier die ogenblikkelijk met een machinegeweer de gegijzelden neermaait. De overige soldaten brengen daarop de fataal gewonde slachtoffers met een nekschot om het leven. Van de elf gegijzelden weet slechts een het bloedbad te overleven, door zich onder het lichaam van een ander slachtoffer voor dood te houden.
Antonius en Joseph behoren tot de tien vermoorde gegijzelden. Antonius is 18 jaar geworden en wordt samen met zijn 14-jarige broertje in Diever begraven.
Reactie toevoegen