Cornelis wordt geboren op 14 september 1927 in De Werken. Als dienstplichtig soldaat komt hij 1 januari 1949 op bij de Koninklijke Landmacht in Zuidlaren, waar het 6-4 Regiment Infanterie wordt opgericht.
Vanwege het voortdurende geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Cornelis voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om er bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na een korte opleiding vertrekt hij eind maart met de Zuiderkruis naar de Oost. Onderweg wordt de eindbestemming gewijzigd van Sumatra in Midden-Java, waar Cornelis na een zeereis van een kleine maand aan land gaat in Semarang.
Het bataljon – dat in Indië onder de tactische benaming 426 Bataljon Infanterie opereert – wordt nauwelijks als een geheel ingezet; in plaats daarvan worden de verschillende compagnieën verspreid over Midden-Java aangesloten bij al aanwezige infanteriecompagnieën ter ondersteuning van de patrouilles. Eind juni worden verschillende compagnieën ingezet bij de door de VN geëiste ontruiming van Djokjakarta, de republikeinse hoofdstad die tijdens de Tweede Politionele Actie is veroverd.
Een maand later worden de zwaar bevochten weg tussen Salatiga en Solo (Soerakarta) en de Toentangcentrale bewaakt. Aansluitend wordt Cornelis in augustus naar Solo gezonden, waar hevige gevechten zijn uitgebroken.
Mogelijk is Cornelis tijdens deze gevechten zwaargewond geraakt en daarvoor afgevoerd naar het militair hospitaal in Batavia. Hij overlijdt daar op 6 november 1949, op 22-jarige leeftijd. Hij vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen