Cornelis wordt geboren op 21 juli 1910 in Goirle. Hij tekent voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij als brigadier (Europees korporaal) wordt ingedeeld bij de Vechtwagens.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië niet lang daarna binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te overheersen.
De Japanse troepenmacht landt in de nacht van 1 maart 1942 op de Javaanse noordkust. Cornelis wordt met de Vechtwagens ingezet bij de verdediging van de Soebang-stelling, ten noorden van de Tjiater-stelling. Deze twee achter elkaar geplaatste stellingen worden gebruikt ter verdediging van de pas naar de hoogvlakte van Bandoeng. Bij Soebang levert het KNIL met geallieerde steun begin maart felle strijd tegen de Japanse invallers, maar uiteindelijk breken de Japanners door naar de Tjiater-stelling waar het verzet kort daarna wordt gebroken. De val van de stellingen betekent de ongehinderde doortocht van het Japanse leger naar Bandoeng en uiteindelijk de val van Java. Cornelis sneuvelt tijdens de verdediging van de Soebang-stelling op 2 maart 1942. Hij is 31 jaar gevonden en vindt na de oorlog zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Pandu te Bandung.
De Japanners hadden bij de verovering van Java niet op zulke felle weerstand gerekend. Deze vertraagt hun opmars aanzienlijk. Na de val van de stellingen reageren ze hun woede af door nog eens zeventig militairen te fusilleren. Zij verdwijnen naamloos in een massagraf.
Reactie toevoegen