Militairen in Nederlands-Indië, 1940-1945
Na de Duitse inval in mei 1940 probeert de regering-in-ballinschap in Londen een vinger aan de pols te houden in Nederlands-Indië. In de praktijk is de regering in Batavia echter op zichzelf aangewezen om samen met de geallieerden de verdediging op te zetten tegen een mogelijke Japanse aanval.
De Japanse inval
Op 7 december 1941 valt Japan de Amerikaanse basis Pearl Harbor op Hawaii aan. Nederland is de dag erop dan een van de eerste landen die de Verenigde Staten volgt in de oorlogsverklaring aan Japan. Voor Japan is dit de gelegenheid om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Nu de aanvoer van olie vanuit Amerika is stilgevallen, proberen de Japanners de Nederlandse kolonie met name vanwege zijn natuurlijke oliebronnen in te nemen.
ABDACOM
De verdediging van Nederlands-Indië is in handen van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (het KNIL) en de Koninklijke Marine. Samen met de geallieerde strijdmachten maken zij onderdeel uit van ABDACOM, het American-British-Dutch-Australian Command.
De Nederlanders brengen weliswaar een legermacht van 67.000 manschappen op de been (meer dan de Japanners), maar het grootste deel van hen is opgeroepen via de Landstorm, een hulpkorps van oudere mannen die niet voor reguliere dienst in aanmerking komen. Ondertussen hebben eerdere bezuinigingen de slagvaardigheid van het leger aangetast.
De val van Nederlands-Indië
De Japanners hebben drie maanden nodig om de meest strategische punten in de uitgestrekte archipel te veroveren. Het KNIL biedt op de grotere eilanden nog weerstand, maar slechte voorbereiding, besluiteloosheid aan de top en miscommunicatie met de Marine en met ABDACOM tasten de slagvaardigheid van de verdedigers ernstig aan.
Begin maart 1942, nadat de geallieerde vloot in de Javazee is verslagen, landen de Japanners op Java en breken door de laatste stellingen heen. Op 8 maart capituleert het KNIL in Bandoeng. Eenheden die nog niet in contact waren gekomen met de Japanners, blijven doorvechten, maar het grootste deel van de Nederlandse legermacht wordt krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar de kampen.
Verspreid over de archipel vinden er ook vergeldingen plaats. Tijdens de invasie hebben de Japanners ernstige hinder ondervonden door sabotage of gevechten met KNIL-eenheden die zich weigeren over te geven. Met name de opzettelijke vernietiging van de cruciale olie-installaties op Borneo wordt bestraft met massale executies onder krijgsgevangenen.
Zeetransporten
Vanaf de zomer van 1942 worden tienduizenden krijgsgevangenen aan boord van grote transportschepen - de zogenaamde ‘hell ships’ - naar het vasteland van Azië getransporteerd.
De overtocht zelf is al levensgevaarlijk. De gevangenen brengen de dagenlange zeereis door in donkere en benauwde scheepsruimen, overvol en extreem smerig. Voor zover er eten wordt verstrekt, schiet het schromelijk tekort en voor de behoefte zijn soms wel honderden gevangenen aangewezen op slechts een emmer. Onder deze omstandigheden maken besmettelijke ziekten, met name dysenterie, zeer veel dodelijke slachtoffers.
Daarnaast hangt hen voortdurend het gevaar voor aanvallen door geallieerde vliegtuigen of onderzeeërs boven het hoofd. Wordt een overvol beladen krijgsgevangenenschip getorpedeerd, dan lopen de dodenaantallen al snel in de honderden tot duizenden.
Kampen en spoorlijnen
Voor de gevangenen die de overtocht overleven, beginnen de ontberingen dan pas. In Zuidoost-Azië worden de meeste gevangenen als dwangarbeider ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn, een traject van ruim 400 kilometer door de bergen en regenwouden.
Werken aan de 'dodenspoorlijn' betekent zeer lange dagen van zwaar werk in het broeierige klimaat van de tropen. De gevangenen lijden gebrek aan vrijwel alles. In het bijzonder schieten voeding, medicijnen en onderdak schromelijk tekort. Als gevolg hiervan kunnen ook hier besmettelijke ziekten zich snel verspreiden. In hun verzwakte toestand lopen de gevangenen ook het risico betrokken te raken bij ernstige ongelukken. Daarboven hangt hen voortdurend zware mishandeling door de bewakers boven het hoofd als het werk naar hun zin niet hard genoeg opschiet, of sabotage wordt vermoed.
Oudere krijgsgevangenen worden ondertussen naar de Pakanbaroe-spoorlijn op Sumatra gezonden, waar de leef- en werkomstandigheden al even slecht zijn. Ook de kampen op het Chinese eiland Hainan en op Japan zelf vormen voor veel gevangenen de eindbestemming, om daar te werken in mijnen en staalfabrieken.
380 Brabantse militaire slachtoffers
Duizenden gevangenen komen in de kampen en aan de spoorlijnen om het leven door uitputting, ondervoeding, ziekte en mishandeling, onder hen 380 Brabantse militairen. Degenen die de ontberingen overleven, keren met levenslange geestelijke en lichamelijke trauma’s terug. Sommigen zouden jaren later alsnog bezwijken aan de gevolgen van gevangenschap.
Reacties
Gerardus Adrianus van Merode uit Etten leur ontbreekt aan deze lijst
G A van Merode uit Etten Leur ontbreekt op deze lijst
Bedankt voor uw reactie G.A. van Merode, ik heb het meteen doorgegeven aan mijn collega Frank van Doorn om dit na te kijken. Frank zal zeker nog contact met u hier over opnemen.
Beste G.A. van Merode, bedankt voor uw oplettendheid. Oorlogsslachtoffer Gerardus van Merode is nu toegevoegd aan de bovenstaande lijst.
Ik mis in deze lijst de Nederlandse slachtoffers van de Slag om Balikpapan, Borneo op 20 of 24 februari 1942 (78 personen, er zijn 68 Nederlandse namen bekend).
Goed opgemerkt, Juultje. Inderdaad staan lang niet alle Nederlandse slachtoffers van de Japanse inval in deze lijst. Deze eregalerij is namelijk een provinciaal monument, voor alle slachtoffers die een relatie hebben met de provincie Noord-Brabant. Uiteraard verdienen alle Nederlandse slachtoffers het om herdacht te worden, maar daarvoor is de reikwijdte van dit monument te beperkt.
Overigens heb ik van drie slachtoffers kunnen vinden dat zij blijkbaar toch nog wel betrokken waren bij de Slag om Balikpapan. Om het zoeken wat makkelijker te maken: het gaat om J.C.F. Heezius, P.J. van Kuijk en J.H. Muselaars.
Goedemiddag, ik vroeg me af of in bovenstaande fotogalerij ook Martinus Meeuwsen, Helmond, 1920-1942 hoort te staan?! Hij is op 10 maart 1942 in Madoera overleden. Ik hoor het graag van u.
Ik heb overigens ook al contact gehad met Mariët Bruggeman. Ook heb ik haar een foto van Martinus Meeuwsen toegestuurd.
Hartelijk dank voor je reactie, Marion. Ik heb mijn collega gevraagd om hiernaar te kijken en hij komt hier binnenkort op terug.
Dag Marion,
Zoals je kunt zien is de informatie op de webpagina over Martinus Meeuwsen aangepast. We zijn nog aan het bekijken waarom hij niet op de lijst onder dit verhaal verschijnt. Dat zou namelijk wel moeten.
Reactie toevoegen