Pieter wordt geboren op 11 maart 1914 in Sint-Oedenrode. Hij meldt zich voor militaire dienst bij de Koninklijke Marine, waar hij de rang van sergeant bekleedt en wordt ingezet bij de verdediging van Nederlands-Indië tegen de Japanners. Na de capitulatie van het KNIL op 8 maart 1942 wordt Pieter in krijgsgevangenschap afgevoerd.
Op 29 december 1942 wordt hij samen met 1000 andere Nederlandse krijgsgevangenen vanuit Singapore ingescheept aan boord van het Japanse transportschip Nichimei Maru, met als eindbestemming de Birmese havenstad Moulmein. Vandaar zouden ze als dwangarbeiders worden ingezet bij de aanleg van de verderop gelegen Birma-spoorlijn. Op 1 januari 1943 wordt in de haven van het Maleise Penang een tweede transportschip, de Moji Maru 2, aan het konvooi toegevoegd.
Op 15 januari 1943 bevindt de Nichimei Maru zich in de Golf van Martaban, 75 kilometer verwijderd van Moulmein, als het bij een luchtaanval tot zinken wordt gebracht. De meeste krijgsgevangenen kunnen aan boord worden genomen van de Moji Maru 2, maar voor 32 gevangenen loopt de aanval fataal af. Een van de slachtoffers is Pieter; hij is 28 jaar oud geworden.
Reactie toevoegen