Josephus wordt geboren op 21 juli 1914 in Oss als zoon van Louis Sarton en Anne Verhoeven. Hij vestigt zich in Bandoeng op Java, nadat hij daar als handelsemployee in dienst is gegaan bij een fabrikant van rubberwaren.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen de oorlog aan Japan. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te kunnen overheersen. Tegen deze achtergrond wordt ook Josephus als milicien opgeroepen voor de verdediging van Java. Hij wordt onder opperbevel van het KNIL geplaatst en ingedeeld bij de cavalerie.
Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel veroverd. Het KNIL biedt nog felle weerstand, maar wordt ernstig gehinderd door besluiteloosheid aan de top en miscommunicatie. Op 8 maart 1942 wordt het KNIL in Bandoeng gedwongen tot overgave. Josephus wordt daar diezelfde dag samen met duizenden andere Nederlandse militairen in krijgsgevangenschap afgevoerd.
Via de Javaanse kampen wordt hij die zomer naar Japan getransporteerd, waar hij terechtkomt in kamp Fukuoka 6B, 40 kilometer ten noordoosten van de stad in Mizumaki. Daar wordt Josephus aan het werk gezet in de kolenmijn die tot 700 meter diep reikt.
De omstandigheden in het kamp zijn slecht. Voor het extreem zware en gevaarlijke werk onder de grond is enkel wat rijst en meel beschikbaar; de gevangenen krijgen geen vlees, vis, groente of fruit. De watervoorziening is zeer onregelmatig met als gevolg dat ziektes zich snel kunnen verspreiden. Veel gevangenen lopen met ernstige verwondingen rond, in hun verzwakte toestand opgelopen bij het mijnwerk.
Op 24 april 1943 wordt Josephus met bacillaire dysenterie in kritieke toestand opgenomen in het kamphospitaal, maar de inadequate hulp kan zijn leven niet redden. De volgende dag bezwijkt hij aan de ziekte. Hij is 28 jaar geworden en wordt ter plaatse gecremeerd. Zijn assen worden later bijgezet op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen