Isaak wordt geboren op 3 april 1906 in Veghel als zoon van Cornelis Vink en Pieternella Swart. Hij woont in Semarang op Java, waar hij voorzitter is van een ijzeronderneming. Ook heeft hij zich aangesloten bij de plaatselijke afdeling van de Landstorm.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de Nederlandse kolonie een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te kunnen overheersen. Tegen deze achtergrond wordt Isaak met de rang van sergeant ingelijfd voor militaire dienst bij het KNIL ter verdediging van Java.
Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel ingenomen. Het KNIL biedt weerstand, maar wordt ernstig gehinderd door besluiteloosheid aan de top en miscommunicatie en capituleert op 8 maart 1942 in Bandoeng. Diezelfde dag wordt Isaak in Bandoeng krijgsgevangen genomen en met duizenden militairen afgevoerd naar de kampen. Uiteindelijk komt hij terecht in Takao op Formosa (Taiwan), dat dan tot het Japanse keizerrijk behoort.
Op 20 juni 1944 wordt Isaak met 772 krijgsgevangenen ingescheept op het Japanse transportschip Tamahoko Maru 2, dat in een konvooi van twaalf schepen naar Nagasaki vaart. Op 25 juni bevindt het schip zich op ongeveer 60 kilometer ten zuidwesten van Nagasaki, als het wordt getorpedeerd door de Amerikaanse onderzeeër USS Tang. Binnen enkele minuten zinkt het schip en de andere schepen in het konvooi schieten de krijgsgevangenen in het water niet te hulp. Pas de volgende morgen worden 211 drenkelingen uit het water gehaald door een reddingsboot. Nog dezelfde middag worden zij overgebracht naar kamp Fukuoka 14B bij Nagasaki. Uiteindelijk zouden 560 van de 722 krijgsgevangenen de scheepsramp niet overleven. Isaak is een van de slachtoffers; hij is 38 jaar geworden.
Reactie toevoegen