Jan wordt geboren op 13 april 1910 in Dinteloord. Hij dient bij het KNIL in Nederlands-Indië en woont in het Javaanse Bandoeng. Eerder heeft hij ook in Batavia gewoond; mogelijk is hij daar opgegroeid.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te kunnen overheersen. Tegen deze achtergrond wordt Jan als sergeant-majoor-administrateur van de infanterie ingezet bij de verdediging van de kolonie.
Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel veroverd. Het KNIL, slecht voorbereid en uitgerust en ernstig gehinderd door besluiteloosheid aan de top, biedt sporadisch nog heftige tegenstand, maar is niet opgewassen tegen de superieure Japanse vuurkracht. Op 8 maart 1942 capituleert het KNIL in Bandoeng. Diezelfde dag wordt Jan daar krijgsgevangen genomen en samen met duizenden andere Nederlandse militairen afgevoerd naar de Javaanse kampen. Later volgt transport naar Sumatra, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Pakanbaroe-spoorlijn die de oost- en westkust van het eiland met elkaar moet verbinden.
De omstandigheden zijn er vergelijkbaar met die aan de langere Birma-spoorlijn. Werken aan het spoor betekent voor de gevangenen zeer lange dagen van extreem zware arbeid, terwijl ze blootstaan aan stelselmatige mishandeling, ongelukken en tropische ziekten. Ondertussen lijden ze ernstig gebrek aan adequate voeding, schoon water, medicijnen, kleding en onderdak. Duizenden krijgsgevangenen komen door deze ontberingen om het leven, of keren terug met permanent lichamelijk en geestelijk trauma.
Ook voor Jan worden de ontberingen uiteindelijk te veel. In juni 1945 wordt hij ziek opgenomen in het gevangenenhospitaal, om daar als gevolg van de inadequate zorg op 8 augustus 1945 te bezwijken aan malaria. Jan is 35 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi.
Reactie toevoegen