Hendrikus wordt geboren op 21 maart 1909 in ’s-Hertogenbosch als zoon van Martinus en Johanna Vugts. Hij tekent voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij als soldaat en klerk dient bij de Militaire Geneeskundige Dienst in Keboemen op Java.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen om Oost-Azië te overheersen. Tegen deze achtergrond wordt Hendrikus als infanterist ingezet bij de verdediging van Bandoeng.
De Japanse veldtocht waarin de belangrijkste strategische punten worden ingenomen, zou uiteindelijk 3 maanden in beslag nemen en eindigen met de capitulatie van het KNIL op 8 maart 1942. Diezelfde dag wordt Hendrikus in Bandoeng krijgsgevangen genomen en via de Javaanse kampen gedeporteerd naar het vasteland van Zuidoost-Azië, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn. Hij komt uiteindelijk terecht in het Thaise kamp Kuie, op 190 kilometer van het oostelijke eindpunt van de lijn in Non Pladuk en dertig kilometer ten noorden van de beruchte Hellfire Pass. Werken aan de ‘dodenspoorlijn’ betekent lange dagen van extreem zwaar werk in het broeierig hete weer van de tropen. De voeding is zeer karig en er zijn nauwelijks medicijnen voorhanden tegen endemische ziekten. Ondertussen staan de gevangenen bloot aan mishandelingen en lopen grote kans in hun verzwakte toestand te verongelukken.
Ook voor Hendrikus zijn de ontberingen uiteindelijk te veel. Op 20 juni 1943 wordt hij met acute enteritis opgenomen in de ziekenbarak van Kuie, waar hij een maand later, op 23 juli 1943 aan bezwijkt. Hendrikus is 34 jaar geworden en rust op de oorlogsbegraafplaats in Kanchanaburi.
Reactie toevoegen