Johannes wordt geboren op 14 januari 1912 in Breda. Hij woont met zijn vrouw in Batavia in Nederlands-Indië, waar hij werkt als kleermaker.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te kunnen overheersen. Tegen deze achtergrond wordt Johannes als milicien ingelijfd bij het KNIL en ingezet voor de verdediging van de kolonie.
Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel veroverd. Het KNIL, slecht voorbereid en uitgerust en ernstig gehinderd door besluiteloosheid aan de top, biedt sporadisch nog heftige tegenstand, maar is niet opgewassen tegen de superieure Japanse vuurkracht. Op 8 maart 1942 capituleert het KNIL in Bandoeng; Johannes wordt de volgende dag krijgsgevangen genomen en samen met duizenden andere Nederlandse militairen afgevoerd naar de Javaanse kampen.
Op 8 juni 1944 wordt Johannes samen met ruim 200 Nederlandse en 1070 Britse krijgsgevangenen naar Singapore afgevoerd, waar ze worden ingescheept op het vrachtschip de Hofuku Maru, dat op 4 juli in konvooi vertrekt richting Japan. Op 21 september, als het schip de haven van Manila heeft verlaten, wordt het konvooi van de Hofuku Maru aangevallen door Amerikaanse bommenwerpers. Twee voltreffers brengen het schip binnen twee minuten tot zinken. Johannes is een van de 1050 opvarenden die daarbij om het leven komen. Hij is 32 jaar geworden.
Reactie toevoegen