Godefridus wordt geboren op 16 december 1907 in Breda als zoon van Antonius Govaars en Maria van den Akker. Als handelsagent is hij na zijn schooltijd naar Nederlands-Indië vertrokken, waar hij zich heeft gevestigd in Buitenzorg. In februari 1934 trouwt hij met Greet Aarts. Daar sluit hij zich ook aan bij de plaatselijke afdeling van de Landstorm.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te kunnen overheersen. Tegen deze achtergrond wordt Godefridus vanuit de landstorm ingelijfd bij het KNIL en als sergeant bij de infanterie ingezet voor de verdediging van Java.
Na een invasie van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten op de archipel ingenomen. Het KNIL, ernstig gehinderd door besluiteloosheid aan de top, biedt nog heftig verzet, maar wordt op 8 maart 1942 gedwongen tot overgave. Diezelfde dag wordt Godefridus in Bandoeng krijgsgevangen genomen en later dat jaar via de Javaanse kampen gedeporteerd naar het vasteland van Zuidoost-Azië. Samen met duizenden andere Nederlandse krijgsgevangenen wordt hij daar als dwangarbeider ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn.
Op 8 juni 1944 wordt Godefridus samen met ruim 200 Nederlandse en 1070 Britse krijgsgevangenen naar Singapore afgevoerd, waar ze worden ingescheept op het vrachtschip de Hofuku Maru, dat op 4 juli in konvooi vertrekt richting Japan. Op 21 september, als het schip de haven van Manila heeft verlaten, wordt het konvooi van de Hofuku Maru aangevallen door Amerikaanse bommenwerpers. Twee voltreffers brengen het schip binnen twee minuten tot zinken. Godefridus is een van de 1050 opvarenden die daarbij om het leven komen. Hij is 36 jaar geworden.
Reactie toevoegen