Jan wordt geboren op 13 juni 1916 in Barendrecht. Na zijn diensttijd gaaat hij in 1938 aan de slag bij de Koninklijke Marechaussee en wordt na opleiding achtereenvolgens in Brussum en Millingen aan de Rijn geplaatst.
Na de capitulatie van Nederland hervat het marechausseepersoneel de politiedienst, maar niet langer als militair. De marechaussee staat onder immense druk van de Duitse bezetter om te collaboreren. Voor agenten zoals Jan leidt dat in toenemende mate tot gewetensbezwaren en uiteindelijk botsingen met de Duitse leiding. Zo wordt Jan in juni 1942 door de SD gearresteerd en meerdere weken vastgezet voor het laten ontsnappen van een gevangengenomen verzetsstrijder in Maastricht.
Een jaar later is Jan overgeplaatst naar Hoogerheide, waar hij na een aanvaring met de groepscommandant besluit onder te duiken. Eerder heeft hij met zijn ouders hierover gesproken, omdat hij het niet voor zichzelf kan verantwoorden om gearresteerde joden te bewaken en over te brengen. Op 28 juli 1943 wordt Jan disciplinair ontslagen wegens “zeer ongedisciplineerd optreden” en het zich opzettelijk onttrekken aan de dienst. Hij is dan al spoorloos verdwenen, maar zijn ouders en zussen worden na het ontslag gegijzeld gehouden. Vier maanden lang worden zij in kamp Vught vastgehouden.
Ondertussen is Jan in het Groningse Hoogkerk ondergedoken, waar hij in contact komt met andere verzetshulpverleners en onderduikers. Vanaf september 1944 zit Jan in Deventer. Vandaaruit vertrekt hij met twee andere onderduikers naar het zuiden, om zich bij de geallieerde legers aan te sluiten. Ze weten uiteindelijk de Waal over te steken bij Tiel en worden in het inmiddels bevrijde Wamel verhoord door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. Samen met een Engelse officier vertrekt het drietal voor een ‘gevaarlijke opdracht’ terug naar Tiel. Tijdens een latere oversteek over de Nederrijn slaat hun boot om, mogelijk door de hoge waterstand en snelle stroming. De Engelse officier keert later terug op het hoofdkwartier en meldt dat hij zijn drie metgezellen niet meer heeft teruggezien. Latere zoekacties hebben niets opgeleverd. Aangenomen moet worden dat ze bij het ongeval alle drie zijn verdronken. Jan zou ergens in de loop van januari 1945 zijn omgekomen; de exacte datum is niet bekend. Hij is dan 28 jaar geworden.
Reactie toevoegen