Leen wordt op 16 september 1918 geboren in Almkerk. Na zijn schooltijd wordt hij opgeleid tot marinier bij de Koninklijke Marine.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart Nederland Japan de oorlog. Japan grijpt dit aan om Nederlands-Indië direct aan te vallen. Een grote verrassing is dit niet. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de Nederlandse kolonie een belangrijk doel geworden voor de Japanners om Oost-Azië te kunnen overheersen. Leen dient dan in de Javaanse havenstad Soerabaja bij het Korps Mariniers dat met de Marine Bewakingsafdeling wordt samengevoegd tot het Marinebataljon Oost-Java.
Na drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel bezet. Het KNIL en de Koninklijke Marine slagen er door besluiteloosheid aan de top en gebrekkige samenwerking niet in effectief weerstand te bieden tegen de Japanse invallers. Eind februari 1942 wordt de vloot verslagen tijdens de Slag in de Javazee. Ruim een week later, 8 maart, volgt de definitieve nederlaag met de capitulatie van het KNIL.
Leen heeft met het Marinebataljon deelgenomen aan de gevechten bij Kertosono in Oost-Java, maar ook hij wordt in deze laatste dagen van de verdediging krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar de kampen. Later dat jaar wordt hij met duizenden andere Nederlandse militairen naar het vasteland van Zuidoost-Azië gedeporteerd om daar als dwangarbeider te worden ingezet aan de Birma-spoorlijn. Hij komt er uiteindelijk terecht in het Thaise kamp Bangan, op 214 kilometer van het Thaise beginpunt van de lijn.
Werken aan de ‘dodenspoorlijn’ betekent lange dagen van zeer zwaar werk in het tropische klimaat. De gevangenen hebben te maken met gebrek aan adequate voeding, een ernstig tekort aan medicijnen, slechte hygiëne en ondermaatse huisvesting. Bovendien staan ze bloot aan stelselmatige mishandelingen door de bewakers en lopen ze in hun verzwakte toestand gevaar bij ernstige ongelukken betrokken te raken. Duizenden gevangenen vinden de dood bij het aanleg van de spoorlijn.
Ook voor Leen worden de ontberingen uiteindelijk te veel. Hij bezwijkt aan de gevolgen van ziekte en uitputting op 20 juli 1943, 24 jaar oud. Leen vindt zijn laatste rustplaats op de oorlogsbegraafplaats in het Thaise Kanchanaburi.
Reactie toevoegen