Matthijs wordt op 8 augustus 1917 geboren in Almkerk, wat ook zijn woonplaats is. Hij dient als korporaal bij de Koninklijke Marine en wordt naar Nederlands-Indië gezonden. Tijdens de Japanse verovering van de kolonie wordt hij krijgsgevangen genomen en gedeporteerd naar het vasteland van Zuidoost-Azië, waar hij als dwangarbeider werd ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn. Daar komt hij terecht in het Thaise kamp Chungkai, 57 kilometer van het oostelijke beginpunt van de lijn in Non Pladuk.
Op 8 juni 1944 wordt Matthijs samen met ruim 200 Nederlandse en 1070 Britse krijgsgevangenen naar Singapore afgevoerd, waar ze worden ingescheept op het vrachtschip de Hofuku Maru, dat op 4 juli in konvooi vertrekt richting Japan. Op 21 september, als het schip de haven van Manila heeft verlaten, wordt het konvooi van de Hofuku Maru aangevallen door Amerikaanse bommenwerpers. Twee voltreffers brengen het schip binnen twee minuten tot zinken. Matthijs is een van de 1050 opvarenden die daarbij om het leven komen. Hij is 27 jaar oud geworden.
Reactie toevoegen