Frans wordt geboren op 1 juni 1926 in Waalwijk en woont in Tilburg. Hij meldt zich voor militaire dienst bij de Koninklijke Landmacht en wordt voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om daar na het uitbreken van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Hij bekleedt de rang van sergeant en is uiteindelijk ingedeeld bij een subsistentenbataljon, verantwoordelijk voor de repatriëring van troepenonderdelen en individuele militairen. Zodra militairen in Nederlands-Indië worden voorbereid voor terugkeer naar Nederland, worden ze in dit tijdelijke bataljon overgeplaatst dat de demobilisatie, legering en verzorging regelde tot aan terugkeer in Nederland of het verlaten van de dienst.
Na vier jaar komt er een einde aan het bloedige conflict met de Soevereiniteitsoverdracht van 27 december 1949, waarbij Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië erkend. Het Nederlands gezag blijft dan alleen nog gehandhaafd in Nederlands-Nieuw-Guinea. Het gehele jaar 1950 staat in het teken van de repatriëring van de Nederlandse troepen, maar als gevolg van tropische ziekten en ongelukken zijn er dan nog regelmatig slachtoffers te betreuren.
Frans is een van deze laatste slachtoffers. Begin februari 1951 raakt hij betrokken bij een verkeersongeval in Jakarta, tot voor kort Batavia. Hij wordt in kritieke toestand binnengebracht in het Tjikini-ziekenhuis, maar de geboden hulp mag dan niet meer baten. Hij bezwijkt op 9 februari aan zijn verwondingen, op 23-jarige leeftijd. Frans vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen