Harrie wordt geboren op 28 mei 1928 in Someren-Dorp. Als dienstplichtig soldaat komt hij eind 1948 op bij de Koninklijke Landmacht en wordt ingedeeld bij het op 1 januari 1949 opgerichte 6-6 Regiment Infanterie.
Voor de vervulling van zijn dienstverband vertrekt Harrie in maart met de Volendam naar Nederlands-Indië, waar hij na een zeereis van een maand in Semarang aan land gaat. Tegen die tijd is het conflict in Nederlands-Indië in zijn laatste fase beland. Tijdens de Tweede Politionele Actie, van 19 december 1948 tot 5 januari 1949, leek de Republiek met de val van Djokjakarta en de arrestatie van de republikeinse regeringsleiders te zijn verslagen. Maar de guerrillastrijd van de revolutionairen brandt daarna juist in alle hevigheid los.
Na aankomst krijgt het bataljon de tactische aanduiding 425 Bataljon Infanterie en wordt tijdens de zes weken training ingezet voor wachtdiensten, trein- en konvooibeveiliging en patrouilles. Vanaf 16 juni patrouilleert het bataljon in de regentschappen Wonosobo en Bandjarnegara in de binnenlanden van Midden-Java.
Harrie gaat hier een zware tijd tegemoet. De troepen worden in dit gebied voortdurend onder vuur genomen door revolutionaire guerrillastrijders en de posten die bemand moeten worden, zijn slecht bereikbaar. Tegen deze achtergrond sneuvelt Harrie op 19 juni 1949 in Panambongan ten oosten van Poerwokerto, drie dagen na aankomst in het bataljonsvak.
Hij is 21 jaar geworden en op het moment van overlijden bevorderd tot soldaat 1e klasse. Harrie vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.
Reactie toevoegen