Harrie wordt geboren op 15 maart 1928 in Escharen en woont in Boxtel. Als dienstplichtige komt hij in juli 1948 op bij de Koninklijke Landmacht in Venlo en Roermond, waar hij als soldaat wordt ingedeeld bij het 6-2 Regiment Infanterie. Na een korte opleiding van ruim twee maanden wordt hij aan boord van de Johan van Oldenbarnevelt naar Nederlands-Indië gezonden voor de vervulling van zijn dienstverband. Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Harrie daar ingezet als onderdeel van de troepenmacht die er de rust en het Nederlandse gezag moet herstellen. Op 23 oktober 1948 debarkeert hij in de haven van Semarang op Java. Zijn bataljon wordt tactisch ingezet als het 402 Bataljon Infanterie en Harrie wordt dan toegevoegd aan het 1e peloton van de D-compagnie, belast met de bewaking van vliegveld Kalibangteng. Daarnaast wordt Harrie in de daaropvolgende maanden ingezet bij patrouilles en bewakingsdiensten om revolutionaire infiltraties langs de demarcatielijn tegen te gaan.
Tijdens de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 neemt Harrie deel zuiveringsacties, wachtdiensten en konvooibeveiligingen in Midden-Java. Ook in de periode na de Tweede Politionele Actie gaat Harrie een zware tijd tegemoet van gevechten en hinderlagen die verschillende doden en gewonden opeisen.
Midden februari 1949 neemt Harrie deel aan een patrouille ten zuiden van Bojolali. Tijdens verkenning van een kampong wordt de groep plotseling van alle kanten onder vuur genomen. Er vallen meerdere gewonden, onder wie Harrie die er zeer ernstig aan toe is. Het duurt echter nog uren voordat de gewonden adequate hulp kan worden geboden. Uiteindelijk kan Harrie in veiligheid worden afgevoerd, maar de geboden hulp mag dan niet meer baten. Op 18 februari 1949 bezwijkt Harrie aan zijn verwondingen in het Julianaziekenhuis in Semarang. Hij is 20 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Candi in Semarang.
Reactie toevoegen