Jacobus wordt geboren op 5 maart 1913 in Ossendrecht en woont in Doorn. In het najaar van 1946 meldt hij zich voor militaire dienst bij de Koninklijke Landmacht in Zuidlaren, waar hij als korporaal wordt ingedeeld bij de 31e Compagnie Aan- en Afvoertroepen (AAT).
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. In mei 1947 vertrekt hij met de Johan van Oldenbarnevelt naar de Oost, waar hij een maand later aan land gaat in Makassar op Celebes. Amper tien dagen na aankomst wordt Jacobus met zijn compagnie op 19 juni opnieuw op de boot gezet, ditmaal naar Soerabaja, waar de compagnie wordt gelegerd in de Kromhoutkazerne.
Van hieruit rijden de wagens van 31 AAT met levensmiddelen, brandstoffen, olie, hout, munitie en materieel naar de aanvulstations op Oost-Java. Vanaf november nemen ze ook de bevoorrading van het bezette eiland Madoera op zich.
Op 1 juni 1948 komt Jacobus om het leven in standplaats Soerabaja, mogelijk als gevolg van een ernstig verkeersongeluk. Hij is 35 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya.
Reactie toevoegen