Jan wordt geboren op 5 augustus 1925 in Tilburg, waar hij werkt als brood- en banketbakker. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland meldt hij zich voor militaire dienst bij de Koninklijke Marine. Hij reist af naar de Verenigde Staten voor opleiding tot marinier en de voorbereiding op zijn inzet in Oost-Azië, waar Japan op dat moment nog worden bevochten. Hij bekleedt daarbij de rang van korporaal.
Twee dagen na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 roepen Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Als kort daarop de Britten en Nederlanders aanstalten lijken te maken om het oude koloniale gezag te herstellen, breekt de periode van de Bersiap (‘wees paraat’) aan, waarin vooral buitenlanders en tot vijand verklaarde Europese en Indische Nederlanders slachtoffer worden van geweld en vervolging. De bestemming van de mariniers wordt gewijzigd in Nederlands-Indië, om daar de openbare orde en rust te herstellen. In december 1945 reist Jan met de mariniersbrigade, verdeeld over een aantal kort na elkaar vertrekkende troepentransportschepen, af naar de Oost.
Admiraal Lord Mountbatten, opperbevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), kondigt echter tot grote woede van de Nederlandse militairen voor hen een landingsverbod af voor Java en Sumatra. Hiermee probeert hij te verhinderen dat de chaotische situatie in de archipel escaleert in een grootschalige oorlog waar de dan nog gestationeerde Britse troepen in verzeild kunnen raken. Daardoor duurt het nog tot maart 1946 voordat Jan kan debarkeren in Soerabaja. Tot die tijd is hij met de mariniers gelegerd in Brits-Malakka.
Na het overnemen van posten van de nog aanwezige Britse troepen op Java, wordt Jan met name ingezet aan de oostkant van het eiland, waar aan het Soerabaja-front felle strijd wordt geleverd tegen de revolutionairen.
Tijdens een oefening van zijn compagnie op 7 november 1946 in Soerabaja gaat door een onbekende oorzaak per ongeluk een mortiergranaat af. Jan wordt daarbij op slag gedood door een granaatscherf. Hij is 21 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya.
Reacties
Met respect voor uw bewezen diensten voor het vaderland.
Reactie toevoegen