Jan wordt geboren op 13 oktober 1925 in Deurne als zoon van Ties van Griensven en Bernarda Vlemmings. Als dienstplichtig soldaat komt hij in de zomer van 1946 op bij de Koninklijke Landmacht in Roermond en wordt als soldaat ingedeeld bij het 3-11 Regiment Infanterie. Vamwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij voor de vervulling van zijn dienstverband als onderdeel van de 7 December Divisie naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Ook broer Theo zal in deze jaren naar Indië worden uitgezonden.
Na een training van drie maanden vertrekt Jan op 15 oktober 1946 met de Kota Baroe naar de Oost, waar zijn bataljon ruim een maand later debarkeert in Makassar op Celebes. Jans bataljon wordt vandaaruit aanvankelijk ingezet voor bewakingsdiensten en konvooibeveiliging in Zuid-Celebes, maar drie compagnieën worden later naar Borneo gezonden om de onlusten daar te bestrijden.
Na lange, vruchteloze pogingen tussen Nederland en de Republiek om het Akkoord van Linggadjati uitgevoerd te krijgen, geven Den Haag en Batavia legercommandant S.H. Spoor toestemming om met ingang van 21 juli 1947 de Eerste Politionele Actie te beginnen. Doel is het weer onder Nederlandse controle brengen van economisch vitale gebieden op Java en Sumatra, om zo de Republiek naar de onderhandelingstafel te dwingen. Voor de Nederlandse militairen raken de gebeurtenissen na maandenlang wachten en beperkte acties langs de demarcatielijnen plotseling in een stroomversnelling. Jan wordt in het kader van de Actie naar Midden-Java overgebracht, waar hij de sector Tegal rondom de Slamet-vulkaan moet beveiligen, een berggebied waar verborgen revolutionaire strijders een voortdurende bron van onrust vormen.
Tactisch gezien is de Actie een succes; de weerstand van de revolutionairen is snel gebroken en alle militaire doelen worden gehaald. Diplomatiek loopt Nederland echter ernstige schade op en onder toenemende internationale druk wordt de Actie op 4 augustus beëindigd. Al snel dient zich een ander kritiek probleem voor; er moet nu een veel groter gebied veilig worden gesteld, wat de toch al overbelaste Nederlandse troepenmacht nog verder onder druk zet. Zoals gevreesd nemen infiltraties en guerrilla-aanvallen in de daaropvolgende maanden snel toe. Pas in mei 1948, na intensieve patrouilles, herstelt de rust zich weer in de sector. In die periode voegen de compagnieën die eerder naar Borneo waren gezonden zich weer bij de rest van Jans bataljon.
Nadat in de loop van 1948 onderhandelingen tussen Nederland en de Republiek opnieuw vastlopen, wordt op 19 december 1948 de Tweede Politionele Actie begonnen. Ditmaal is het doel niet minder dan de inname van de republikeinse hoofdstad Djokjakarta, de arrestatie van Soekarno en zijn regering en de politieke uitschakeling van de Republiek. Jan trekt met zijn bataljon dan op vanuit Poerwaredja naar Bandjarnegara, waarbij ze op zeer heftige tegenstand van revolutionaire strijders lopen. Na Bandjarnegara volgt de inname van Wonosobo, waar Jan opnieuw een zware tijd tegemoet gaat en het gebied alleen door intensieve patrouilles en de voortdurende bewaking van de konvooiwegen kan veiligstellen.
Net als de Eerste Politionele Actie is de Tweede een tactisch succes, maar opnieuw blijkt de overwinning een illusie. Na afloop van de Actie op 5 januari 1949 moet Nederland de gevangengenomen republikeinse regering onder internationale druk weer vrijlaten en toestaan dat zij hun oude machtscentrum in Djokjakarta opnieuw betrekken. Het revolutionaire leger blijkt bovendien allerminst verslagen en voert de guerrillastrijd na de Actie tot ongekende hevigheid op. Voor de overbelaste, onderbemande Nederlandse soldaten blijkt het vrijwel onmogelijk om effectief hun gezag en de openbare orde te handhaven.
Jan sneuvelt als gevolg van de nieuw opgelaaide gevechten op 21 juni 1949 in Karanglo, in het regentschap Banjoemas. Hij is 23 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.
Als het bericht van zijn overlijden de familie heeft bereikt, doet burgemeester Roefs van Deurne een poging Jans broer Theo gedemobiliseerd te krijgen. De minister van Oorlog reageert positief, zodat Theo per eerstvolgende boot terugkeert naar Nederland.
Reactie toevoegen