Joseph wordt geboren op 3 juli 1926 in Hapert. Als dienstplichtig soldaat komt hij in het voorjaar van 1947 op bij de Koninklijke Landmacht in Nijmegen, waar hij wordt ingedeeld bij de Stafcompagnie van het 4 Regiment Stoottroepen.
Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Joseph voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om er bij te dragen aan het herstel van de rust en het koloniale gezag. Op 14 mei 1947, na een opleiding van tweeënhalve maand, reist hij met de Volendam af naar de Oost. Een kleine maand later gaat Joseph in de haven van Belawan aan land op Sumatra en wordt gelegerd aan de oostelijke rand van Medan.
Tijdens de Eerste Politionele Actie van 21 juli tot 4 augustus 1947 trekt zijn bataljon westwaarts de binnenlanden in voor het bieden van rugdekking van de infanterie. Het bataljon weet in de nacht van 23 op 24 juli met succes een nachtelijke aanval van de revolutionairen op Medan af te slaan. Op de 30e volgt overplaatsing naar Loeboekpakam, om de weg tussen Medan en Tebing Tinggi te beveiligen. Na afloop van de Actie wordt Joseph hier ook gelegerd. In januari 1948 krijgt Josephs eenheid de aanvullende taak revolutionaire soldaten vanuit Nederlands naar republikeins gebied te evacueren. Vanaf midden april is het bataljon ten zuiden van Padang gelegerd, waar het een rustige tijd tegemoet gaat. Dat verandert als ze in november naar het noorden van de stad worden verplaatst, waar het revolutionaire leger vanuit de bergen regelmatig het Nederlandse gebied infiltreert.
Ten tijde van de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 trekt Joseph met zijn onderdeel vanuit Padang noordwaarts op richting Fort de Kock (tegenwoordig Bukittinggi) in het binnenland. Het is een zware, driedaagse tocht door de bergen waarbij de Nederlanders veel vertraging ondervinden van door de revolutionairen achtergelaten versperringen. Na de inname van Fort de Kock volgt de veiligstelling van vliegveld Gadoet en de zuivering van de Anaïkloof. Op 26 december wordt ook Fort van der Capellen ingenomen. Na afloop van de Actie blijven de stoottroepen in Fort de Kock gelegerd en patrouilleren daar in de onmiddellijke omgeving.
Oppervlakkig gezien is de Actie een succes, maar pas na afloop blijkt dat het revolutionaire leger de confrontatie met de Nederlanders voortdurend uit de weg was gegaan. Nu intensiveren ze vanuit de binnenlanden de guerrillastrijd en hebben het dan vooral voorzien op de weg van Fort de Kock naar Padang, die algauw zeer gevaarlijk wordt vanwege de talloze hinderlagen en beschietingen.
Op 1 juli 1949 sneuvelt Joseph in Fort de Kock als gevolg van een van deze nieuwe geweldsincidenten. Hij is 22 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi. In de gedachteniskapel in zijn geboorteplaats Hapert is voor hem een plaquette aangebracht.
Reactie toevoegen