Lambert wordt geboren op 19 mei 1928 in de gemeente Beek en Donk als een van de acht kinderen van Hermanus van den Boom en Maria Roijakkers. Totdat hij als dienstplichtige wordt opgeroepen, werkt hij thuis op de boerderij van zijn ouders in Venhorst bij Boekel. In het najaar van 1946 komt hij op bij de Koninklijke Landmacht in Zuidlaren, waar hij wordt ingedeeld bij de 30e compagnie Aan- en Afvoertroepen (AAT). De AAT zijn belast met het transport van manschappen, munitie, materieel en proviand.
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Lambert voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na enkele maanden opleiding vertrekt hij op 11 juni 1947 met de Zuiderkruis naar de Oost, waar hij een maand later ontscheept bij Batavia. Lamberts eenheid wordt gelegerd aan het Koningsplein en zou voornamelijk in en rond de stad actief zijn.
Lambert heeft het goed naar zijn zin in Nederlands-Indië. Zijn broer Wim dient daar dan ook al en komt vaak bij hem op bezoek. Tussen zijn diensten door volgt Lambert cursussen voertuigtechniek en truckrijden. Ook wil hij de taal van het land leren.
Tijdens de Eerste en Tweede Politionele Acties zouden eenheden van de compagnie ter ondersteuning worden toegevoegd aan de brigades. Na afloop van de Tweede Politionele Actie is de guerrillastrijd tot ongekende hevigheid opgevoerd en vormen de konvooien van de AAT regelmatig het mikpunt van beschietingen en hinderlagen, waarbij veel slachtoffers aan Nederlandse zijde vallen.
Tegen deze achtergrond sneuvelt ook Lambert op 20 januari 1949 tussen Kartasoera en Bojolali in Midden-Java (volgens andere bronnen in kampong Djedis). Lambert is 20 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Candi in Semarang.
Reactie toevoegen