L.M. Punt (bron: F. van Ham, Heemkunde Valkenswaard)

Laurens Punt

1918 - 1944

Laurens wordt geboren op 13 oktober 1918 in Alkmaar als achtste van de elf kinderen van Henricus Punt en Catharina Vader. Op 13-jarige leeftijd vertrekt Laurens naar Schimmert bij Beek in Limburg, waar hij het college van de Montfortanen bezoekt. In 1938 verlaat hij het geestelijk onderwijs, in eerste instantie als dienstplichtige, maar daarna stelt hij zich beschikbaar voor de opleiding tot adjudant-onderofficier.

Na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 wordt Laurens als douanier en hulpcommies gestationeerd in Valkenswaard, terwijl hij in de kost gaat bij veldwachter Jansen in het naburige Borkel en Schaft. Hij verlooft zich met Lies van Steenbergen, dochter van de caféhouder van Rustoord, waar hij vervolgens intrekt.

Op 4 december 1941 besluit hij uit te wijken naar het Verenigd Koninkrijk om zich daar aan geallieerde zijde in te zetten voor de bevrijding van Nederland. De gelegenheid hiertoe dient zich aan als hij drie Franse krijgsgevangenen helpt onderduiken en met hen via Antwerpen en Brussel afreist naar Parijs. Zodra hij per trein de demarcatielijn tussen bezet Frankrijk en Vichy-Frankrijk passeert, wordt hij op verdenking van spionage gearresteerd en van half februari tot half maart 1942 vastgezet in Lyon. Dankzij tussenkomst van een belangenbehartiger blijft de straf beperkt tot een maand cel (met aftrek van voorarrest dat dan al bijna een maand duurt) en een dwangsom die door het Nederlands consulaat wordt afgehandeld.

Laurens krijgt opdracht zich te melden op het consulaat in Toulouse, waarna een periode van maandenlang wachten begint op de vereiste reisdocumenten voor het vervolg van zijn reis. Omdat hij de Franse taal goed beheerst, voorziet hij in die tijd in zijn inkomen door als leraar Latijn en Grieks aan het werk te gaan op een school in La Gimond bij Lyon.

Op 29 september ontvangt hij van de Nederlandse consul Joseph Testers (van oorsprong uit Halsteren) eindelijk visum om naar Curaçao af te reizen. De reis wordt via Madrid en de Zuid-Spaanse haven Cádiz voortgezet, waar hij op 6 oktober met een groep van vijftig Nederlandse Engelandvaarders aan boord gaat van de Cabo de Buena Esperanza.  Het schip zet hem op 23 oktober af in Curaçao, waar Laurens verblijft in het kampement Habaai te Willemstad. Begin december begint de laatste etappe van zijn reis, als hij aan boord stapt op de tanker Empire Spenser richting Groot-Brittannië.

Laurens ontsnapt ternauwernood aan een dood in de golven. In de nacht van 7 op 8 december wordt de tanker ten zuidoosten van Groenland getorpedeerd door een Duitse onderzeeër, met 58 doden tot gevolg. Tijdens het beklimmen van de reddingsboot moet Laurens noodgedwongen zijn tas met bagage loslaten, zodat hij al zijn bezittingen kwijtraakt. Met de overlevenden wordt hij door het Britse schip Perth opgehaald en op 14 december in Groot-Brittannië afgezet. Eenmaal in Londen, meldt hij zich voor opleiding tot geheim agent bij Bureau Bijzondere Opdrachten.

Na verhoor en keuring begint zijn opleiding door de Special Operations Executive die hem in de nacht van 21 op 22 mei 1943 met twee andere agenten droppen in Garderen op de Veluwe. De Duitsers zijn door de contraspionageoperatie Nordpol (het beruchte ‘Englandspiel’) echter van zijn komst op de hoogte en arresteren de agenten zodra ze de grond raken.

Laurens wordt voor verhoor naar de SD-Polizeigefängnis in Haaren gebracht en vervolgens met andere slachtoffers van het Englandspiel doorgezonden naar achtereenvolgens de gevangenissen van Assen en Rawitsch. Vanuit Rawitsch, waar al enkele agenten worden geëxecuteerd, wordt Laurens getransporteerd naar concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk.

Al tijdens de oorlogsjaren is Mauthausen berucht als een van de concentratiekampen waar het zwaarste regime heerst; de Duitsers zelf spreken van de Knochenmühle, de ‘bottenbreker’. Gevangenen worden er in het kader van Vernichtung durch Arbeit aan het werk gezet in de nabijgelegen steengroeve, met het doel hen lichamelijk en geestelijk af te breken. Gevangenen krijgen nauwelijks te eten, ontvangen geen medicijnen en staan bloot aan extreme mishandeling. Met rotsblokken tot 50 kilo moeten de gevangenen vanuit de groeve de 186 traptreden van de ‘Dodentrap’ naar het kamp zien te beklimmen. Gevangenen die tijdens de klim van uitputting in elkaar zakken, of zonder aanleiding door de bewakers worden beschoten, nemen in hun val iedereen die achterop loopt mee, met vele doden en zwaargewonden tot gevolg.

De agenten worden op 6 en 7 september 1944 vermoord na gewelddadige martelingen, onder andere het meerdere malen met rotsblokken op en af rennen van de trappen. In totaal 40 Nederlanders, 6 Britten en een Amerikaan zouden hierbij om het leven komen. Op 7 september 1944 wordt Laurens na gruwelijke folteringen in het kamp geëxecuteerd. Hij is 27 jaar geworden.

Voor zijn Engelandvaart en inspanningen voor de Nederlandse vrijheid wordt Laurens gedecoreerd met het Kruis van Verdienste en het Bronzen Kruis.

Meer
Meer

Steek een kaarsje op

+opsteken
Meer

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.

*Deze velden zijn niet verplicht en worden ook niet zichtbaar op deze website. Wij gaan vertrouwelijk om met uw e-mailadres en telefoonnummer.