Martien wordt geboren op 18 januari 1926 in Rosmalen. Als dienstplichtige komt hij op bij de Koninklijke Landmacht in Blerick, waar hij wordt ingedeeld bij het 4-11 Regiment Infanterie, opgericht in januari 1947.
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag.
Na een korte, algemene opleiding reist Martien op 5 februari 1947 met de Johan van Oldenbarnevelt af naar de Oost, waar hij na een maand op zee bij Batavia aan land gaat. Daar wordt hij aanvankelijk ingezet voor wachtdiensten bij onder andere het paleis van luitenant-gouverneur-generaal Huib van Mook en de woning van legercommandant S.H. Spoor. Ook loopt Martien wacht bij de gevangenissen Struiswijk en Glodok. In de daaropvolgende maanden wordt zijn bataljon gelegerd rond Tangerang, waar het gebied middels patrouillegangen en acties wordt gezuiverd. Vanaf april 1948 is Martien gelegerd in het gebied rond de stad Poerwokerto en in het grotere regentschap Banjoemas in Midden-Java.
Op 15 september 1948 sneuvelt Martien in Djelegong, tijdens het patrouille in het regentschap Banjoemas. Martien is 22 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.
Reacties
Denk met respect terug aan deze buurjongen
Reactie toevoegen