Piet wordt geboren op 19 juni 1919 in Lieshout, waar hij werkt als slager. Ten tijde van de meidagen van 1940 wordt hij door de Duitsers krijgsgevangen genomen en vastgehouden in een kamp in de buurt van Berlijn. Na ongeveer een maand keert hij weer terug naar huis.
Nadat in 1943 alle Nederlandse oud-militairen worden opgedragen zich te melden voor krijgsgevangenschap, duikt Piet onder. Hij sluit zich aan bij de Bossche knokploeg Margriet, die datzelfde jaar wordt opgericht. Knokploeg-Margriet telt op zijn hoogtepunt ongeveer twaalf leden. Ze zijn betrokken bij overvallen op de distributiekantoren in Cuijk en Rosmalen en krijgen in de zomer van 1944 de opdracht om de beruchte Bossche collaborateur Piet van Bussel, bijgenaamd ‘De Kin’, te liquideren. Twee leden van de Nijmeegse knokploeg, waarmee KP-Margriet nauw samenwerkt, weten Van Bussel op 8 augustus in de Kerkstraat te doden. De represailles treffen echter onschuldige omstanders en leden van knokploeg-Margriet.
De knokploeg verleent ondertussen ook hulp aan onderduikers en neergestorte geallieerde piloten. Samen met het Lieshoutse verzet wordt voor hen een provisorisch opvangkamp opgericht bij Piets onderduikadres in de Gerwense bossen.
Op 14 augustus 1944 krijgt Piet met zijn kompanen Jac. Kruijssen en Christ Smits de opdracht materiaal uit het depot van het kamp te verspreiden. Bij het verlaten van het bos wordt hun auto echter bij de brug over het Wilhelminakanaal in Lieshout door Duitse soldaten aangehouden en doorzocht. Ze vinden twee revolvers, documenten over onderduikers, bonkaarten, persoonsbewijzen en gereedschap voor sabotage aan de spoorwegen. Het is genoeg om het drietal te arresteren en onmiddellijk naar kamp Vught af te voeren. Daar worden ze op 19 augustus gefusilleerd, nadat ze weigeren iets los te laten over het verzet in Lieshout. Ook hun ploeggenoot Willy Andriessen wordt die dag in Vught gefusilleerd, als represaille voor de moordaanslag op de Osse NSB-burgemeester Hermanus Apeldoorn. Piet is 25 jaar geworden en ontvangt voor zijn hulp aan de ondergedoken geallieerde piloten en soldaten een postume dankbetuiging van generaal Dwight D. Eisenhower namens de president van de Verenigde Staten.
Reactie toevoegen