Martinus wordt geboren op 27 mei 1928 in Oosterhout en woont in Hooge en Lage Zwaluwe. Opgeroepen voor de dienstplicht, meldt hij zich eind 1948 bij de Koninklijke Landmacht in Bergen op Zoom, waar op 1 januari 1949 het 6-5 Regiment Infanterie wordt opgericht. Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Martinus voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na anderhalve maand opleiding vertrekt hij op 16 februari met de Waterman naar de Oost, waar hij een kleine maand later aan land gaat in Soerabaja. Daar wordt het bataljon ingezet als het 423 Bataljon Infanterie op verschillende posten in Oost-Java.
Vanaf april is het bataljon in Bodjonegoro actief, waar Martinus een zware tijd doormaakt. De bevoorrading wordt ernstig gehinderd door tal van versperringen, mijn en beschietingen. Dagelijks worden patrouilles gelopen om het gebied te zuiveren en de wegen veilig te stellen. Eind juli wordt het bataljon verplaatst naar Modjokerto en neemt daar deel aan verschillende acties in de omgeving.
Op 11 augustus is het staakt-het-vuren tussen Nederland en de Republiek van kracht, maar er vinden daarna nog regelmatig beschietingen en ongeregeldheden plaats. Op 25 augustus 1949 wordt Martinus in Patjet door een politieagent doodgeschoten, nadat Martinus hem met een handgranaat had bedreigd. Het is niet bekend wat Martinus hiertoe heeft gebracht. Hij is 21 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya.
Reactie toevoegen