Jan wordt geboren op 28 februari 1899 in ’s-Grevelduin-Capelle en woont in Amsterdam. Hij reist af naar Nederlands-Indië, waar hij op Java gaat werken als leraar. Hij trouwt met A.M.M. Lamberts met wie hij een gezin van vier kinderen sticht.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen om Oost-Azië te overheersen. Tegen deze achtergrond meldt Jan zich voor militaire dienst bij de Landstorm, vallend onder bevel van het KNIL en wordt ingezet bij de verdediging van Java.
Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel ingenomen. Op 9 maart 1942, een dag na de overgave van het KNIL, wordt Jan krijgsgevangen genomen en naar de kampen op Java en Ambon afgevoerd.
Op 17 september 1944 wordt Jan samen met 500 Nederlandse en Engelse krijgsgevangenen vanuit Ambon ingescheept op het Japans transportschip Maros Maru (ook wel de Haruyoshi Maru genoemd), met als bestemming Soerabaja. Het schipt blijft dicht langs de zuidkust van Celebes, in verband met de vele geallieerde onderzeeërs die dan actief zijn.
In de scheepsruimen heerst door de grote aantallen mensen dicht bij elkaar en het tropische klimaat een ondraaglijke hitte die veel gevangenen aan boord te veel is. Jan wordt echter op 20 september, drie dagen na vertrek, op slag gedood door een hoofdschot. Waarschijnlijk is hij door de Japanners om onbekende reden doodgeschoten, maar het wordt niet uitgesloten dat Jan mogelijk het slachtoffer is van geallieerd spervuur.
Reacties
H, Brokx zei op 12 december 2017:
De man op de foto is mijn oom J. A. Moonen (Jan). onderwijzer
Geboren te Sprang - Capelle 28 - 02 - 1899
Zoon van H. A. Moonen en C. J. Smid
Ging als onderwijzer in 1925 naar Nederlands Indië , was gehuwd met A. M.M. Lamberts en kregen 4 kinderen.
Moest gaan dienen in de KNIL tijdens de inval van de Jappen, 1942 werd hij krijgsgevange gemaakt en gedeporteerd naar Ambon, na verloop van tijd gingen ca. 500 krijgsgevangenen per helle schip ( Maros Maru ) naar Soerabaja.
Onderweg omgekomen aan boord op 20 - 09 - 1944, door aanval van vliegtuigen van Engelse en of Amerikanen of door toedoen van de Jappen.
Reactie toevoegen