Toon van Embden

Toon wordt geboren op 20 januari 1914 in ’s-Hertogenbosch en woont in Rotterdam, waar hij werkt bij Tabak-Maatschappij Arendsburg N.V. Dit is een van de vier grote tabaksproducenten die eind negentiende en begin twintigste eeuw het sultanaat van Deli (waarvan Medan de hoofdstad is) in Noord-Sumatra domineren. Toons oom Frits is daar hoofdadministrateur van Arendsburg. In 1937 wordt Toon door zijn vader Stefan naar Frits in Deli gestuurd om daar aan de slag te gaan. Aan boord van het S.S. Indrapoera vertrekt Toon op 8 september van dat jaar naar Deli, waar hij gaat werken als planter (landbouwkundige).

Als de Japanse strijdmachten Nederlands-Indië binnenvallen, meldt Toon zich als vrijwilliger bij de stadswacht van Medan. Met een groep van twintig andere stadswachters heeft Toon de taak enkele bruggen in de omgeving te bewaken. Na het bericht dat de Japanners op 12 maart 1942 bij Laboehanroekoe aan de kust van Noord-Sumatra zijn geland, vernielen zij conform hun opdracht de bruggen om de Japanse opmars te hinderen. De Japanse eenheid maakt echter een omtrekkende beweging en de stadswachters twee dagen later bij het dorpje Tigga Roenggoe te verrassen. Ze worden onmiddellijk gevangengenomen, ontwapend en in de nacht van 14 op 15 maart als represaille voor het vernielen van de bruggen vermoord. Ook Toon wordt die nacht om het leven gebracht; hij is 28 jaar geworden.