Cees Sibens

Cees wordt geboren op 31 augustus 1904 in Wouw als zoon van timmerman Jacobus Sibens en Jacoba Suijkerbuijk. Na zijn schooltijd trouwt hij met Maria Tempelaars met wie hij zich in Bergen op Zoom vestigt. Net als zijn vader is hij timmerman van beroep en geeft les op de ambachtsschool en aan werklozen. Als in het najaar van 1939 de oorlogsdreiging voor Nederland toeneemt, wordt hij onder de wapenen geroepen en als soldaat ingedeeld bij het 4-3 Grensbataljon. Aanvankelijk is Cees gelegerd in Putte aan de Belgische grens, maar begin mei 1940 krijgt hij bevel richting Dordrecht te marcheren ter versterking van de Vesting Holland.

Op 10 mei valt het Duitse leger Nederland binnen. De Luftwaffe vliegt voor de grondtroepen uit om met valschermjagers strategische doelen verderop in Holland in te nemen en Nederland zo tot een snelle overgave te dwingen. Met name Dordrecht wordt gedurende de meidagen inzet van felle gevechten tussen de Nederlandse verdedigers en Duitse parachutisten.

Op 12 mei krijgt de sectie waar Cees onderdeel van uit maakt opdracht om het gemaal ten zuiden van Wieldrecht te saboteren. Hij belandt daar middenin het vuurgevecht met de Duitse parachutisten en krijgt op enig moment de waarschuwing onmiddellijk dekking te zoeken. Cees antwoordt dat ze hem niet zullen raken, maar direct daarna wordt hij in zijn linkerschouder getroffen. De verdedigers trekken zich terug en Cees blijft met enkele andere gewonden achter bij een boer in de buurt. Daar wordt hij door de Duitsers gevonden en met een boerenkar richting het Zuiderzeeziekenhuis in Rotterdam gebracht, een slopende, hobbelige tocht over de kinderkopjes. Onderweg of kort na aankomst in het ziekenhuis op 13 mei bezwijkt Cees als gevolg van fataal bloedverlies. Hij is 35 jaar geworden en laat een weduwe met een jong gezien achter.

Aanvankelijk wordt Cees als onbekende soldaat begraven, daar de Duitsers hem eerder zijn papieren hadden afgenomen. Als kort daarop zijn foto in een politieblad verschijnt, wordt hij herkend door zijn buurman en definitief geïdentificeerd aan de hand van zijn trouwring. Zijn overlijden is daardoor pas op 12 juli 1940 aangegeven.

Cees vindt zijn laatste rustplaats op het Militair ereveld Grebbeberg in Rhenen.