Rob wordt geboren op 30 juli 1916 in Tilburg. Hij is de oudere broer van Frans en wordt na het doorlopen van zijn school aan het Sint-Odulphuslyceum en studie directeur van de wollenstoffenfabriek André van Spaendonck & Zonen.
Begin januari 1944 beraamt Rob samen met ambtenaren Wim Berkelmans en Harrie Verbunt en politieagent Toon van Beek een aanslag op de beruchte collaborateur Piet Gerrits. Als handlanger van de Sicherheitsdienst (SD) bij het Tilburgse politiekorps geldt hij als een van de meest gehate mensen in Tilburg tijdens de Duitse bezetting. Afgesproken wordt dat Van Beek samen met verzetsman Joop Kerstens uit Nijmegen (voor de gelegenheid gevraagd) Gerrits dood te schieten zodra hij in zijn wagen de hoek van de Nieuwlandstraat en de Noordstraat passeert. Hier komt hij namelijk ieder avond op weg naar huis langs.
Als Gerrits’ wagen die avond de Nieuwlandstraat in is gereden, komt hij erachter dat hij gevolgd wordt door twee fietsers zonder verlichting. Het zijn de studenten Barend Busnac en Albert Meintser die door de aanslagplegers gevraagd werden om zich direct na de aanslag meester te maken van Gerrits’ aktetas met officiële papieren. Gerrits houdt ze staande, maar Barend slaat op de vlucht. Gerrits laat de wagen hierna omkeren, en keert met Albert terug naar het politiebureau, zonder te weten dat hij aan de aanslag is ontkomen.
Twee dagen later komt Barend langs op het bureau om te informeren naar Albert. Dan valt een en ander bij Gerrits op zijn plaats, want Barend blijkt een kennis te zijn van zijn collega Van Beek die inmiddels is ondergedoken en aan vervolging weet te ontkomen. Gerrits informeert de SD die Barend en Albert verhoort. Spoedig daarop worden de samenzweerders verspreid over Nederland gearresteerd; Harrie in Doorn, Wim in Arnhem en Rob, door de Duitsers beschouwd als de drijfveer achter de aanslag, als laatste in Tilburg.
De vijf verzetsmensen worden met nog negen andere veroordeelde verzetsstrijders op 24 mei 1944 tijdens een zitting in de SD-Polizeigefängnis in Haaren ter dood veroordeeld. Op 26 mei 1944 worden ze naar de Loonse en Drunense Duinen gebracht en geëxecuteerd. Rob is 27 jaar geworden.
Meerdere zoekacties om de lichamen van de gefusilleerde verzetsstrijders terug te vinden, hebben niets opgeleverd. Het is niet uitgesloten dat de Duitsers de lichamen op een later ogenblik hebben opgegraven en in een mobiele brandoven hebben gecremeerd.
Reacties
Ik wist dat ik vernoemd was naar Rob van Spaendonck, collega van mijn vader destijds bij de textielfabriek in Tilburg van André van Spaendonck, Rob's vader.
Mijn eigen vader, Cees van Ierland, zat net als Rob bij het verzet. Alleen kan ik van mijn vader daar nergens iets over vinden. Heb het alleen van overleving. Acties werden voorbesproken in een bioscoop in Tilburg. Weet dat mijn vader in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg ondergedoken heeft gezeten, en als vrouw verkleed aan de Duitsers is ontsnapt toen ze daar onverwacht binnenvielen.
Rob had mijn vader kunnen verraden, maar heeft dat niet gedaan. Als eerbetoon en dankbetuiging ben ik door mijn ouders naar hem vernoemd. Zijn foto stond bij ons thuis in een Zilveren lijstje. Heb tot voor kort gedacht dat ik enkel zijn voornaam droeg, niet beseffende dat ik al zijn doopnamen heb meegekregen. Ik vroeg me als kind namelijk af waarom ik niet zoals mijn broer en zussen geen 'Maria' als doopnaam had meegekregen. :)
Dag Robert, bedankt voor het boeiende verhaal. Wat mooi om er zo achter te komen waar je eigen naam aan is ontleend!
Bijgaand een tweetal links naar het verhaal van dit oorlogsslachtoffer:
https://wikimiddenbrabant.nl/Robert_Franciscus_A.I._van_Spaendonck
en
https://wikimiddenbrabant.nl/Fusillade_Drunense_Duinen
Zijn de verhalen van Rob en Frans van Spaendonck verwisselt?
Goed gezien, Henri en een pijnlijke fout. We hebben hem meteen hersteld.
Rob en zijn verzetsvrienden hebben een paar dagen ondergedoken gezten in Vlijmen bij de fam. Suijs. Rob later bij Giel Mommersteeg ook in Vlijmen. Dat viel wel op natuurlijk in zo'n klein dorp en daarom zijn daar vertrokken. Cis Suijs en Giel Mommersteeg zijn vanwege die hulpverlening gearresteerd en opgesloten in kamp Haaren. Giel is daar door hulp van een goede vriend weer vrijgelaten. (een bijzonder verhaal overigens) Cis is via kamp Vught en concemtratiekamp Ravensbruck in een werkkamp van Agfa terecht gekomen. Ze heeft dit alles uiteindelijk overleefd.
Hartelijk dank voor deze waardevolle aanvulling, Bert. Mooi om te lezen dat degenen die Rob in Vlijmen hebben geholpen de oorlog uiteindelijk overleefd hebben.
Reactie toevoegen