Bram Bogers

Bram wordt op 24 maart 1907 geboren in Gestel bij Eindhoven, als zoon van Antonius Bogers en Maria Bijnen. Na zijn schooltijd verhuist hij naar Eindhoven, waar hij als bankwerker aan de slag in een fabriek. In 1930 trouwt hij te Oisterwijk met de dan 20-jarige Maria Meesters uit Vlijmen.

Als in het najaar van 1939 de oorlogsdreiging voor Nederland sterk toeneemt, wordt Bram als dienstplichtig soldaat onder de wapenen geroepen. Met zijn eenheid, het 1-II-37 Regiment Infanterie, wordt hij begin mei 1940 ingezet bij de verdediging van de Maaslinie.

Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. Bram bewaakt op dat moment met zijn kameraden in Berg aan de Maas de brug over het Julianakanaal. Nadat een verkleed Duits overvalscommando de brugwacht heeft overmeesterd, openen de Nederlandse verdedigers aan de westzijde van de brug het vuur op de Duitsers. Zodra sterkere Duitse eenheden arriveren, moet Bram met zijn groep zich terugtrekken. Ze steken de Maas over richting Belgisch grondgebied, maar komen daar middenin het kruisvuur tussen de Belgen en Duitsers terecht. Vijf soldaten, onder wie Bram, sneuvelen bij de oversteek. Ook Pieter Scheffers uit Eindhoven komt hierbij om het leven. Het is niet bekend of ze uiteindelijk door Belgisch of Duits vuur zijn gedood.

Bram is 33 jaar geworden en wordt samen met zijn kameraden voor enige tijd in Meeswijk bij Maasmechelen, aan de overkant van de rivier op Belgisch grondgebied begraven. Hij vindt zijn laatste rustplaats op de rooms-katholieke begraafplaats in Berg aan de Maas.