Adri wordt geboren op 9 januari 1921 in Nuland. Zijn vader werkt bij een waterleidingbedrijf en verhuist daarom met zijn gezin naar het Friese Noordbergum, waar ze wonen op het terrein van het pompstation van een Fries waterleidingbedrijf.
Wanneer op 29 april 1943 het Duitse bevel wordt uitgevaardigd dat alle militairen zich moeten melden om in krijgsgevangenschap te gaan, neemt het verzet in Friesland toe. Adri sluit zich hierbij aan en wordt ondanks zijn jonge leeftijd aangesteld als chef van de Landelijke Organisatie Centrale in Leeuwarden. Daar werkt hij onder de schuilnaam ‘De Ruiter’ nauw samen met onder andere Krijn van der Helm en Jan Evenhuis.
In de zomer van 1943 wordt het Nationaal Steunfonds (NSF) opgezet dat het verzet in Nederland financiert. De Friese afdeling gaat over tot een openbare zegelactie waarvoor Adri zowel de folders als de zegels ontwerpt. De actie wordt acht weken later beëindigd, als het eerste exemplaar in Duitse handen komt, maar is toch een groot succes. Daarnaast houdt Adri zich bezig met het vervalsen van papieren en vrijstellingen.
Op 26 juli 1944 wordt Adri opgepakt bij zijn onderduikadres in Leeuwarden, kort nadat Evenhuis eerder is gearresteerd. Via de gevangenis in Leeuwarden en het beruchte Scholtenhuis in Groningen – waar hij tijdens verhoor wordt gemarteld – komt hij in kamp Vught terecht. Daar wordt hij op 18 augustus 1944 op de fusilladeplaats geëxecuteerd, samen met dertien andere Friese verzetsstrijders. Adri is 23 jaar oud geworden en wordt postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis.
Reactie toevoegen