Jo wordt op 12 juni 1927 geboren in Boxtel. Na zijn schooltijd gaat hij werken op het kantoor voor de Raad van Arbeid in Boxtel, totdat hij op 1 juli 1947 wordt opgeroepen voor militaire dienst. Op 14 augustus van dat jaar verlooft hij zich met zijn vriendin Jo Roovers.
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Op 21 januari 1948 wordt hij thuis opgehaald voor vertrek met het schip Waterman naar de Oost. Voor de hechte familie is het een zware slag.
In Nederlands-Indië wordt Jo als marechaussee van de Militaire Politie in Semarang gestationeerd. Zijn contacten met thuis zijn voor hem de belangrijkste lichtpuntjes tijdens zijn verblijf in de kolonie. In zijn wekelijkse brieven schrijft hij over de hoge temperatuur, de afwijkende voeding en de voortdurende dreiging van geweld. Ook loopt hij geelzucht op, waardoor hij flink afvalt.
Jo vermaakt zich met bioscoopavonden met zijn kameraden, leert motorrijden en sluit vriendschap met een Indisch gezin dat hij regelmatig thuis bezoekt.
Op 12 februari 1949 staat Jo op de basis te praten met een kameraad die ondertussen zijn revolver schoonmaakt, niet wetende dat deze geladen is. De revolver gaat per ongeluk af en Jo wordt fataal getroffen. Hij overlijdt ter plekke aan zijn verwonding. Jo 21 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Candi in Semarang.
Reacties
Mooi dat het verhaal van mijn ome Jo hier een plaats heeft gekregen.
Reactie toevoegen