Adriaan, in zijn latere leven bekend als de schrijver A.M. de Jong, wordt geboren op 29 maart 1888 in Nieuw-Vossemeer in een gezin van dertien kinderen. Op jonge leeftijd verhuist het gezin naar Rotterdam, waar zijn vader als arbeider werk zoekt. In 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Nederland blijft weliswaar neutraal, maar mobiliseert het leger. Ook Adriaan wordt dan opgeroepen voor militaire dienst. In deze jaren begint Adriaan veelvuldig te schrijven en daarbij vermijdt hij ook controversiële onderwerpen niet. Zijn felle kritiek over de staat van het Nederlandse leger, gebaseerd op zijn eigen ervaringen, kost hem uiteindelijk zijn officiersopleiding.
In de jaren twintig en dertig schrijft Adriaan talrijke romans, reisverslagen, kinderboeken, essays en literaire kritieken. Ook verzorgt hij boekenrubrieken voor de VARA en schrijft hij columns voor het socialistische dagblad Het Volk.
Adriaan zet zijn werk na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de eerste jaren van de Duitse bezetting voort, maar om zijn socialistische sympathieën wordt hij in 1942 voor korte tijd gearresteerd. Vanwege zijn slechte gezondheid wordt hij echter weer vrijgelaten.
Als represaille voor de aanslagen op de Nederlandse collaborateurs luitenantgeneraal H.A. Seyffardt en secretaris-generaal Hermannus Reydon wordt tussen september 1943 en september 1944 een willekeurige groep vooraanstaande Nederlanders die als anti-Duits of antinazi bekend staan door de Nederlandse SS vermoord. De namen van de mogelijke slachtoffers worden op de dodenlijst gemarkeerd met een sparrentak (Silbertanne). De reeks van 28 aanslagen staan daarom bekend als de Aktion Silbertanne, ofwel de Silbertanne-moorden. In totaal 44 Nederlanders worden vermoord, eerst door individuele SS’ers, vanaf juli 1944 treedt het Sonderkommando Feldmeijer op.
Een van de slachtoffers van deze acties is de 55-jarige Adriaan. Hij wordt op 18 oktober 1943 in zijn woonplaats Blaricum vermoord. Zijn lichaam wordt gecremeerd en de assen bijgezet in het columbarium van Driehuis-Westerveld, totdat ze in 1995 op de Noordzee worden verstrooid. In zijn geboorteplaats Nieuw-Vossemeer is het A.M. de Jong-museum aan hem gewijd.
Reactie toevoegen