August wordt geboren op 20 februari 1893 in Alphen als zoon van Antonius Pijnenburg en Anna Huijben. Hij huwt in 1926 met Maria van Oosterhout met wie hij een gezin van zeven kinderen sticht. Maria komt echter na nog geen acht jaar huwelijk in januari 1938 te overlijden.
In woonplaats Alphen is August uitbater van café Stad Londen en is hij vrijwilliger bij de plaatselijke Luchtwachtpost. De geüniformeerde vrijwilligers hebben ongewapende dienst op hoge gebouwen in de omgeving om telefonisch melding te maken van naderende vijandelijke vliegtuigen. Voor oefeningen krijgen de vrijwilligers, die dit naast hun eigen werk doen, een vergoeding die niet zelden in het café van August aan sigaren en bier wordt gespendeerd.
Als in de loop van 1939-1940 de oorlogsdreiging voor Nederland sterk toeneemt, wordt het gehele korps Luchtwachtdienst gemobiliseerd. Die winter brengt August met zijn collega’s van de Luchtwachtpost vele koude nachten door op daken en in kerktorens om het luchtruim te observeren.
Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger binnen en hebben de luchtwachters het druk met het doorgeven van hun observaties; honderden Luftwaffe-toestellen vliegen westwaarts over hen heen richting Holland. Met het oprukken van de Duitse grondtroepen worden de luchtwachters steeds verder teruggedreven. Uiteindelijk moet ook de post in Alphen zich op 12 mei melden in Breda. In een groep fietst August door de nacht richting Breda, maar onderweg valt de groep uiteen. De ene helft verdwaalt in de bossen bij Chaam en wordt door een passerende kapitein naar huis gestuurd; de andere helft wordt door een officier naar Hoogerheide doorgestuurd. August behoort tot de tweede groep, maar raakt door een lekke band achterop. Hetzelfde overkomt ook dorpsgenoot Frans Horevoorts. Samen weten zij echter wel als enigen van hun groep Hoogerheide te bereiken.
August maakt van de gelegenheid gebruik om op 13 mei drie van zijn kinderen op de kostschool in Huijbergen te bezoeken. Hij wordt dan bevangen door grote twijfel over wat hem te doen staat. Als hem iets overkomt, laat hij zijn zeven kinderen als volle wezen achter, nu hun moeder al twee jaar dood is. De katholieke broeders van de kostschool weten hem ervan te overtuigen dat hij geen andere keus heeft dan de bevelen van zijn meerderen verder op te volgen. Als hij weigert, loopt hij de kans de kogel te krijgen wegens desertie. Op dat moment zijn al de eerste berichten verschenen dat dit standrechtelijk vonnis in Breda al in enkele gevallen was voltrokken.
De volgende dag stapt August weer op de fiets, westwaarts naar Zeeuws-Vlaanderen. Door de grote stroom vluchtelingen en de noordwaarts optrekkende Franse troepen is het tussen Antwerpen en Breda een chaos op de wegen, maar uiteindelijk bereikt August via Sas van Gent – waar hij zijn dorpsgenoten treft – de plaats Sluis, op dat moment het laatste stukje onbezet Nederland. Hier wordt August ingekwartierd en worden patrouilles gelopen.
In de daaropvolgende dagen verslechtert de toestand in Zeeuws-Vlaanderen snel. Op 18 mei krijgt August bevel de Belgische grens over te steken; via Damme, Oostende en Oudenburg bereikt hij de kustplaats De Panne, op korte afstand van Duinkerke in Frankrijk. Met hun bepakking en postduiven hebben de Alphense luchtwachters 500 kilometer op de fiets afgelegd.
Op 21 mei wordt August verplaatst naar de kustplaats Sint Idesbald, twee kilometer noordelijker, waar ze in een kasteeltje aan de kust worden ingekwartierd. In de daaropvolgende dagen worden de luchtwachters niet meer verplaatst, maar rustig is het er niet. Engelse troepen proberen vanuit De Panne en Duinkerke over te steken naar Engeland en worden daarbij regelmatig doelwit van de Luftwaffe. Ook in Sint Idesbald vallen regelmatig brandbommen.
Vroeg in de ochtend van 28 mei worden August en enkele andere luchtwachters gewekt om Engelse militairen te helpen met het lossen van een munitieschip. Regelmatig moet August dekking zoeken vanwege rondcirkelende Duitse toestellen. Uiteindelijk wordt het schip gelost en gaan de luchtwachters eten. Na de maaltijd slenteren ze wat op en neer als ze plotseling worden gebombardeerd en met mitrailleurs onder vuur worden genomen. Er vallen twee zwaar gewonden die zo goed als buiten kennis zijn: sergeant Johannes Blankers van de Luchtwachtpost Zundert en August Pijnenburg uit Alphen. De sergeant bezwijkt kort daarna, maar August kan nog naar het overbevolkte noodlazaret in De Panne worden gebracht. Daar bezwijkt hij later die dag (of mogelijk de volgende dag) aan zijn verwondingen. August is 47 jaar geworden en wordt thuis in Alphen begraven.
Reacties
Eenheid: V.L.S.K. Lw.gr. Breda
http://www.stiwotforum.nl/viewtopic.php?f=2&p=185275&sid=af1237c0e43246…
Excuses voor mijn wat trage reactie, maar nog bedankt voor de info, Moos. Ik ben ermee aan de slag gegaan!
Bijgaand de link naar het verhaal van dit oorlogsslachtoffer:
https://dnbanne.home.xs4all.nl/luchtwachters.html
Reactie toevoegen