Cornelia Balk-Klein

1905 - 1944

Cornelia wordt op 4 oktober 1905 te Tilburg geboren als middelste van de vijf kinderen van het Joodse echtpaar Herman Klein en Mina Hollander. In 1935 trouwt ze met de katholieke Hendrikus Johannes Balk, ketelmaker bij de werkplaats van de Nederlandse Spoorwegen. Het echtpaar blijft kinderloos.

Tijdens de Duitse bezetting krijgen Joden in Nederland geleidelijk aan steeds strengere verordeningen opgelegd om hen in hun bewegingsvrijheid te beperken en te isoleren van de niet-Joodse bevolking. In november 1940 worden Joden ontslagen uit overheidsdienst en in de loop van 1941 volgt het ene na het andere verbod. Joodse artsen en advocaten mogen geen niet-Joodse cliënten meer aannemen, Joodse ondernemingen worden ‘geariseerd’, alle Joden moeten hun contant geld, banktegoeden en waardeobjecten onderbrengen bij een roofbank, Joodse kinderen kunnen alleen nog Joodse scholen bezoeken en middels verbodsborden worden Joden geweerd uit openbare voorzieningen. In mei 1942 volgt zichtbare stigmatisering door de invoering van de verplichte Jodenster. In de zomer van 1942 begint de dodelijkste fase van de Sjoa met grootschalige deportatie via Westerbork naar Auschwitz-Birkenau, waar uiteindelijk 60.000 Joodse Nederlanders worden vermoord. Nog eens 34.000 Nederlandse Joden worden in de zomer van 1943 vergast in Sobibor.

De meeste bepalingen en verordeningen gelden ook voor Cornelia, maar omdat ze religieus gemengd gehuwd is, is ze vrijgesteld van deportatie. Dit biedt haar, ondanks de enorme risico’s, de gelegenheid om actief te worden in het verzet. Ze regelt vervalste persoonsbewijzen waarmee mensen vrijstelling kunnen krijgen van deportatie of oproep van de Arbeitseinsatz, de voor niet-Joodse jongeren verplichte tewerkstelling in Duitsland.

In november 1943 wordt Cornelia verraden. In de Tilburgse Galjoenstraat houden de Duitsers een onderduiker aan die bekend geld te hebben geleend van Cornelia om een ‘vrijstelling’ van de Arbeitseinsatz te kunnen kopen. De onderduiker verklaart verder dat Cornelia Joods is, maar geen ster draagt en dat er ook geen J in haar persoonsbewijs staat. Cornelia wordt gearresteerd en als strafgeval overgebracht naar de Sicherheitsdienst (SD) in ’s-Hertogenbosch. Ondanks dat ze in de illegaliteit actief was, wordt ze niet als politieke tegenstander naar de ‘reguliere’ concentratiekampen gezonden, maar vanwege haar Joodse afkomst naar Westerbork getransporteerd. Daar blijft ze tot begin maart 1944, als ze wordt gedeporteerd naar Auschwitz en daar op 6 maart 1944 direct na aankomst wordt vermoord. Ook haar ouders, een zus en een broer zijn slachtoffer van de Sjoa.

Meer
Meer

Steek een kaarsje op

Meer

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.

*Deze velden zijn niet verplicht en worden ook niet zichtbaar op deze website. Wij gaan vertrouwelijk om met uw e-mailadres en telefoonnummer.