Cornelis wordt geboren op 25 januari 1925 in Goirle, waar hij ook werkt als bloemist. Tijdens de Duitse bezetting wordt hij opgeroepen tot de Arbeitseinsatz en te werk gesteld in de werkkampen Beenderibben in Wetering bij Blokzijl en Zwarte Meer in de Noordoostpolder. Hij onttrekt zich aan de opgelegde verplichting en duikt onder bij zijn oom in Coevorden. Hier wordt hij echter door de Duitsers alsnog gearresteerd en via Ommen en Amersfoort naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg gedeporteerd.
In de laatste dagen van april 1945 wordt het kamp door de Duitsers geëvacueerd. Duizenden gevangenen worden ingescheept op drie schepen: de S.S. Cap Arcona, de S.S. Deutschland en de S.S. Thielbek. Zij die niet meer aan boord kunnen worden geladen, worden op het strand vermoord.
Op 3 mei 1945 varen de schepen voor de oprukkende geallieerden uit de Lübecker Bocht op, maar worden door Britse vliegtuigen onderschept en gebombardeerd, niet wetende dat de schepen vol gevangenen zitten. De meesten sterven in de vlammenzee aan boord van de Cap Arcona, de rest verdrinkt of wordt in het water doodgeschoten door geallieerde vliegtuigen die hen aanzien voor Duitsers. De meeste SS-bewakers weten de reddingsboten te bereiken en schieten vanuit de sloepen op de gevangenen die in het water vechten voor hun leven.
Alles bij elkaar komen er 5000 slachtoffers om bij het zinken van de Cap Arcona en nog eens 2000 aan boord van de Thielbek. Het is daarmee een van de grootste scheepsrampen van de Tweede Wereldoorlog. Cornelis s een van de slachtoffers die aan boord of in het water is omgekomen. Hij is 20 jaar geworden.
Reactie toevoegen