Frans wordt geboren op 25 oktober 1916 in Princenhage als een van de zoons van Peet van de Reijt. Hij zou zijn vader eens opvolgen als molenaar van molen ‘De Hoop’ aan de Liesboslaan.
In de nacht van 10 op 11 januari 1944 worden de Nederlandse agenten Sjef Adriaansen en Harm Steen vanuit Engeland gedropt bij Rijsbergen. Ze ondernemen een nachtelijke tocht naar Princenhage, voor het opzetten van een radioverbinding tussen Londen en het verzet. Rijwiel- en motorfietshandelaar Rinus van Nunen vangt hen op. Terwijl Harm doorreist naar het verzet in Zaandam, wordt Sjef in contact gebracht met Frans die zijn molen beschikbaar stelt als radiopost. Om uitpeilen door de Duitsers te voorkomen, wisselt Sjef regelmatig van zendplaats, maar voor meer dan een half jaar lang fungeert hij zo als contactman tussen het verzet in West-Brabant en Bureau Inlichtingen in Londen.
Desondanks wordt Sjef na verraad op 14 juli 1944 in Hoeven gearresteerd en op 5 september 1944 in kamp Vught gefusilleerd. De Duitsers komen vervolgens ook de hulpverleners aan de geheim agenten op het spoor. In september staat de Sicherheitsdienst (SD) bij Frans voor de molen voor de deur. Hij probeert nog te vluchten, maar wordt neergeschoten en gearresteerd. Ook Jo Dekkers, verloofde van Rinus van Nunen, wordt gearresteerd. Samen worden ze naar kamp Vught gebracht. Jo wordt na enige tijd weer vrijgelaten, maar Frans wordt met de evacuatie van het kamp op 5 september (‘Dolle Dinsdag’) op transport gezet naar concentratiekamp Sachsenhausen.
Iedere dag moet Frans daar om vijf uur in de ochtend op appel verschijnen om vervolgens in een groep tweënhalve kilometer te marcheren naar hun werkplaats: Klinkerwerk Oranienburg. Voor de gevangenen in Sachsenhausen geldt dit als het ergste wat hen bij leven kan overkomen. In de fabriek worden de gevangenen als dwangarbeider ingezet voor de productie van bakstenen, in de eerste jaren van het naziregime nog ten behoeve van de megalomane bouwprojecten van Albert Speer voor Berlijn. Naderhand werd het werk een vorm van Vernichtung durch Arbeit, het opzettelijk doodwerken van de gevangenen. De gevangenen maken er lange dagen van zeer zwaar werk dat ook met ziekte en extreme kou moet worden uitgevoerd. Ondertussen staan de gevangenen bloot aan de meest uiteenlopende, sadistische mishandelingen en niet zelden worden willekeurige gevangenen zonder aanleiding doodgeschoten.
Frans wordt op enig moment ernstig ziek, maar moet desondanks doorwerken. Adequate voeding en medische zorg worden hem ontzegd. Uiteindelijk worden de mishandelingen hem te veel en bezwijkt hij in de loop van december 1944 tijdens uitvoering van het werk. Als overlijdensdatum is de 31e opgegeven; Frans is dan 28 jaar oud.
Reactie toevoegen