Gerardus (Gerard) Hanssen werd als zevende kind uit het huwelijk van Gerardus Hubertus Hanssen (1888-1969) en Johanna van Veggel (1891-1956) geboren op 15 december 1927. Het eerste kind werd levenloos geboren in 1919 en daarna werden dochters Riet (1920), Nellie (1921), Annie (1923), Martie (1924) en zoon Hub (1926) als oudere zussen en broer van Gerard geboren. Een jaar later, in 1927 werd Gerard dus geboren en na hem nog zijn jongere broers Harrie (1929), Piet (1930) en jongste zus Gera (1934). Gerard wierp zich in de buurt op als beschermeling van zijn jongere broer Piet, die geestelijk gehandicapt was. Daarnaast was Gerard een heel goede voetballer met veel talent in het eerste elftal van Liessel. Hij genoot van het uitgaansleven, zoals ook de Liesselse kermis.
Vader Gerardus (Graard) was op zijn trouwdag op 22 februari 1919 verhuisd van Meijel naar Liessel (gemeente Deurne) en vestigde zich met echtgenote Johanna (Hanna) op Schoolstraat L44 als timmerman/aannemer. Later werd het adres gewijzigd in Schoolstraat 16 en inmiddels is dit adres Hoofdstraat 42. Al die jaren is het huis op dit adres in bezit gebleven van de nakomelingen van Graard. Nu in 2019, woont de oudste achterkleinzoon van Graard in het huis, wat tijdens de tweede Wereldoorlog dermate beschadigd was dat het in 1945 is herbouwd.
Gerard werd als dienstplichtige opgeroepen voor de militaire dienst en op 1 Juli 1947 vertrok hij uit zijn vertrouwde omgeving van het kleine dorp Liessel naar de kazerne in Weert. Na de begin opleiding ging hij naar de kaderschool voor de korporaalsopleiding en ontstond er een hechte vriendschap met vier andere korporaals die zich de “de Makke Vijf” noemden. Hij werd door zijn vrienden Gerrit genoemd en die vriendschap zou tot aan zijn dood zo hecht blijven.
Na de kaderschool in Weert, kwam hij samen met zijn vier vrienden Sjors Bors, Jacky van Eyndhoven, Frans van Brussel en Tonny Doensen bij het 402e Bataljon Infanterie, gelegerd in Blerick bij Venlo. Dit bataljon was op 1 juli 1948 speciaal opgericht om uitgezonden te worden naar Nederlands Indië. Dus men wist vanaf het begin dat men uitgezonden zou worden maar er werd zeer optimistisch over gedacht. Gerard werd binnen het bataljon ingedeeld bij het carrier peloton. Het afscheid van de achterblijvende families van de vijf vrienden werd gezamenlijk gedaan. En ook in Liessel zijn ze samen bij het afscheid van de familie geweest, waarbij Gerard als herinnering de afscheidsdatum 18-9-1948 met een spijker in het metselwerk van het huis nog heeft ingekrast. Nog steeds zichtbaar. De laatste foto’s met zijn familie werden genomen op die afscheidsdag. Ze vertrokken opgewekt en vrolijk, nietsvermoedend van wat hen te wachten stond. Gerard zei nog “makkers neem het niet zo zwaar op, over twee jaartjes gaan we weer naar huis en zullen het weer overdoen......”
Op 20 september terug van lang inschepingsverlof, inmiddels in legerplaats Oirschot. Op 24 september 1948 vanaf station Eindhoven per trein naar Amsterdam om met het hele 402e bataljon infanterie direct aan boord te gaan van het troepentransportschip Johan van Oldenbarnevelt, richting het verre Nederlands-Indië. De lange reis, via Middellandse Zee en Indische Oceaan zou ongeveer 1 maand duren. Onderweg zijn ze op 2 oktober het schip Sibajak nog tegengekomen, wat terug kwam van Indië en waar hun kwartiermakers op zaten. Op 4 oktober door het Suez kanaal en op 23 oktober 1948 kwam het schip uiteindelijk in Semarang-Java aan, nadat nog op verschillende plaatsen was aangelegd en men brieven naar huis en vrienden kon sturen en brieven kon ontvangen. De 41ste Zelfstandige Infanterie Brigade, waarvan het 402e Bataljon Infanterie deel van was, kreeg in Indië de naam “V-Brigade”. Het 402e Bataljon Infanterie is uiteindelijk op 1 juli 1950 teruggekomen, zonder Gerard en nog 21 andere gevallen kameraden.
Op 4 maart 1949, reed het peloton zoals iedere dag vroeg in de ochtend uit vanuit de kampong in Bekonang, waarbij Gerard die dag zelf als chauffeur de carrier reed, als eerste van de colonne. Ze waren slechts enkele kilometers oostelijk van zijn legeringsplaats. Zijn vriend Tonny Doensen reed achter hem, zitten op de motorkap van een vrachtwagen en zag het vijftien meter voor hem gebeuren. De carrier reed op een mijn (ingegraven vliegtuigbom) en het was een zware ontploffing waarbij de carrier ‘n meter de lucht in vloog. Mensen en materieel vlogen door de geweldige luchtdruk alle kanten op. Gerard alleen bleef zwaar gewond in de carrier achter. Zijn linker arm was er bijna af, het linkerbeen was verbrijzeld in de dij en hij had een zware slagaderlijke wond aan het hoofd, volgens zijn vriend Tonny die hem als eerste in de carrier bewusteloos en nog in leven aantrof. Op weg naar het ziekenhuis in Solo is hij kort daarna op 21-jarige leeftijd overleden. Behalve Gerard waren er nog drie gewonden, waaronder de pelotonscommandant 2e Lt vd Hoek, maar zij hebben het overleefd. Op dat moment waren de carriers nog onvoldoende aan onderzijde beschermd tegen mijnen en zijn er rond die dagen diverse aanslagen met mijnen geweest. Spoedig daarna werden de carriers versterkt, maar voor Gerard was dit te laat. Op 5 maart werd Gerard door zijn vrienden ter aarde besteld op het kerkhof bij station Djebrès in Solo, midden-Java. Nederlandse vlag op de kist en zes kransen, incl een van de “Makke Vijf”; alle vier waren ze bij de begrafenis aanwezig.
Zijn vrienden beschreven hem als iemand met een zeer spontaan karakter en en vond hem zeer sympathiek, behulpzaam en plichtsgetrouw. Zijn vriend Frans van Brussel, die de grafrede had gehouden, schreef diezelfde dag nog aan de familie in Liessel wat hij in de grafrede had gezegd. “Nooit zullen we je kunnen vergeten, immers jij hebt ons over de sombere gedachten heen geholpen. Helaas kan de terugkeer van de club “de makke vijf” niet meer verenigd gevierd worden. Doch altijd zullen we jouw optimistische voorbeeld, wat je ons steeds getoond hebt, voor ogen houden”.
Hij was zeer geliefd bij al zijn vrienden en het overlijden heeft tot veel verdriet bij zijn familie geleid. Bovendien was Piet, de wat jongere broer van Gerard een half jaar vòòr Gerard ook al overleden. Zijn broer Harrie was net drie dagen in militaire dienst toen Gerard sneuvelde. Harrie heeft het graf van Gerard in Semarang bezocht in maart 1980. Annie en Martie, zussen van Gerard hebben zijn graf bezocht op 15 juli 1989, waarbij ze Gerard nog steeds als klein broertje van 20 jaar voor zich zagen.
Op 7 maart 1999 en in maart 2009 hebben er nog herdenkingen in Liessel plaatsgevonden in de plaatselijke St Willibrorduskerk ter ere van Gerard omdat het 50 cq 60 jaar geleden was dat hij gesneuveld was. Bij het Liesselse Herdenkings Monument aan de Liesselse oorlogsslachtoffers, werden er kransen gelegd door zijn strijdmakkers en de familie van Gerard.
In 1950 is Gerard herbegraven op het Militair Ereveld Candi in Semarang; graf A119. Enige Ereveld op Java waar uitsluitend militairen zijn begraven. Op 24 mei 1950 heeft het gehele bataljon onder leiding van Lt Kolonel F.M. Berger afscheid genomen van alle 22 gevallenen van het bataljon.
Reacties
Op het Nederlands Ereveld Candi in Semarang liggen ruim 1.000 Nederlandse militairen begraven, onder wie Gerard Hanssen en 87 andere Brabantse gesneuvelden.
Van het Ereveld is de volgende opname gemaakt: https://www.youtube.com/watch?v=NF-pJCB3bQU
Het boek "Waarom wij....." beschrijft de gebeurtenissen in Indië zoals Tonny Doensen, kameraad van Gerard Hanssen, die heeft meegemaakt. Het boek, geschreven door Koos Doensen, zoon van Tonny, is in 2014 uitgebracht. In diverse passages komt Gerard Hanssen voor.
Reactie toevoegen